BEDIENINGSPANEEL NE274_BDS

Handleiding voor Nordelettronica NE274_BDS (Datum: 14/07/23)

Deze handleiding is een volledige Nederlandse vertaling van de Italiaanse gebruiksaanwijzing voor het bedieningspaneel NE274_BDS, bedoeld voor campers of vergelijkbare voertuigen. Het beheert verlichting, pomp, verwarming, accu’s, tanks, inverter en meer. Symbolen (knopiconen) worden beschreven. De garantie is vertaald uit de meertalige sectie.

Afmetingen en Installatie (Pagina 2)

  • Model: NE274
  • Eenheden: mm
  • Afmetingen paneel: Breedte 195.2 mm, hoogte 128.7 mm, diepte 25.10 mm.
  • Inbouwmaten: Minimale opening: 174.0 mm x 111.0 mm; vaste punten: 184.5 mm (horizontaal), 98.0 mm (verticaal), met Ø3.5 mm gaten.
  • Aansluitingen achterzijde: JP6 (seriële verbinding), JP3 (optionele externe temperatuursensor), JP4 (remote binnentemperatuursensor).
  • Interne sensor: Interne temperatuursensor (tussen houder en frame; knip door als remote sensor wordt aangesloten).
  • Diagram beschrijving: Bovenaanzicht van het paneel met display (bijv. toon van SOC en batterij), zijaanzichten met inbouwclips, en achterkant met connectors.

BEDIENINGSELEMENTEN (Pagina 3)

Om het bedieningspaneel aan te zetten, raak 2 seconden de rechter- of linkerkant van het paneel aan waar de knoppen zitten.

  • Knop met lampje voor AAN/UIT BINNENVERLICHTING.
  • Knop met lampje voor AAN/UIT BUITENVERLICHTING.
  • Knop met lampje voor AAN/UIT POMPA. Als 3 seconden ingedrukt, activeert of deactiveert de 12V/230V-inverter. De inverter activeert niet als er een jumper op JP23 van de derivator-zekeringhouder NE364 zit, en het display toont ‘Inh’.
  • Knop met lampje voor AAN/UIT VERWARMING TANK. De tankverwarming activeert niet als er een jumper op pinnen 1 en 2 van JP22 van de derivator-zekeringhouder NE364 zit, en het display toont ‘Inh’. Als 3 seconden ingedrukt, zet AAN/UIT VERWARMING VLOER. De vloerverwarming activeert niet als:
    • Er een jumper op pinnen 3 en 4 van JP22 van de derivator-zekeringhouder NE364 zit, en het display toont ‘Inh’.
    • Er geen netspanning aanwezig is (in dit geval knipperen de iconen van het net).
  • Knop voor uitschakelen (zie notities over verbruik):
    • Kort indrukken: schakelt het paneel uit en activeert stand-by-modus (in deze modus worden alle belastingen uitgeschakeld behalve die gevoed door de GEN-schakelaar).
    • 10 seconden ingedrukt: schakelt het paneel uit en activeert na 3 minuten de opslagmodus (in deze modus worden alle belastingen uitgeschakeld en accu’s geïsoleerd. Bij aanwezigheid van net, zonnepaneel of rijdend voertuig wordt het opladen van accu’s beheerd). Als de SOC van beide accu’s langer dan 1 minuut 0% bereikt, schakelt het paneel automatisch alle verbruikers uit en gaat na 3 minuten automatisch in opslagmodus. Het paneel kan worden herstart, maar als de SOC op 0% blijft, activeert de opslagmodus na 1 minuut opnieuw.

WEERGAVEN (Pagina 3)

  • Dit symbool licht op wanneer 230V-netspanning aanwezig is. Als het symbool knippert, is er geen 230V-netspanning maar is de 12V/230V-inverter actief.
  • Dit symbool licht op wanneer het zonnepaneel oplaadt.
  • Dit symbool licht op wanneer de vloerverwarming aanstaat.
  • Dit symbool licht op wanneer de tankverwarming aanstaat.
  • Dit symbool licht op wanneer de buitentemperatuur <= 2°C is.
  • Deze symbolen lichten op om aan te geven welke accu actief is.

Door meerdere keren op deze knop te drukken, toont het display:

  • De binnentemperatuur (huisicoon). Als de sensor defect is, verschijnt “–“.
  • De buitentemperatuur (zonicoon). Als “nP” verschijnt (optioneel), is de sensor niet aanwezig. Als de sensor defect is, verschijnt “–“.
  • Het nummer van de gebruikte gasfles 1 of 2 (gasflesicoon). Deze weergave is aanwezig als de ingangen op pin 2 en pin 5 van connector JP19 van de derivator-zekeringhouder NE364 worden beheerd. De weergave blijft ca. 30 seconden actief.

Door meerdere keren op deze knop te drukken, toont het display het niveau in % (0, 33, 66, 100) van de betreffende tank geïdentificeerd met symbolen S1, R1, R2* (* R2 is optioneel). Als S1 leeg is of R1-R2 vol zijn, knippert de weergave op het display. Als de aansluiting op de tank verkeerd is, verschijnt “Er” op het display. De weergave blijft ca. 30 seconden actief.

Door meerdere keren op deze knop te drukken, toont het display:

  • De laadtoestand SOC (%) van de huishoudaccu (accuicoon) BS1 (indien aanwezig).
  • De laadtoestand SOC (%) van de huishoudaccu (accuicoon) BS2 (indien aanwezig).
  • De som van de laadstromen (+A) of ontlaadstromen (-A) van de aangesloten accu’s.
  • De resterende autonomie in uren van de aangesloten accu’s.
  • De laadstroom (+A) van het zonnepaneel als het oplaadt.
  • De spanning van de startaccu (autoicoon) B1. De weergave blijft ca. 30 seconden actief.

ALARMEN (Pagina 4)

  • Accu’s: Startaccu (B1) lager dan 11,8V of huishoudaccu (BS1 of BS2) met SOC gelijk aan 0%. In dit geval klinkt een akoestisch alarm (indien ingeschakeld) en knippert het symbool van de accu die het alarm heeft veroorzaakt (eerste 30 seconden wordt de waarde getoond).
  • Tanks: Tank S1 leeg of hersteltanks R1-R2 vol. In dit geval klinkt een akoestisch alarm (indien ingeschakeld) en knippert het tanksymbool dat het alarm heeft veroorzaakt (eerste 30 seconden wordt de waarde getoond).
  • “230V + Motor”: Deze melding op het display geeft aan dat 230V is ingevoerd terwijl het voertuig rijdt. In dit geval klinkt een continu akoestisch alarm.
  • “Er C”: Deze melding op het display geeft een communicatie-error met de derivator-zekeringhouder aan.
  • “F#”: Deze melding op het display geeft aan dat de zekering defect is. Het nummer na de letter ‘F’ komt overeen met de positie van de zekering op de derivator.
  • “SB1”: Deze melding op het display geeft aan dat schakelaar SB1 defect is; contacteer de assistentie.
  • “SB2”: Deze melding op het display geeft aan dat schakelaar SB2 defect is; contacteer de assistentie.
  • “GEN”: Deze melding op het display geeft aan dat schakelaar GEN defect is; contacteer de assistentie.
  • “OL I”: Deze melding op het display geeft aan dat er een overbelasting was op de uitgang van de 12V/230V-inverter.
  • “OL 12”: Deze melding op het display geeft aan dat er een overbelasting was op de 12V-uitgangen van de derivator-zekeringhouder NE364.

INSTELLINGEN (Pagina 4)

  • Houd deze knop meer dan 3 seconden ingedrukt tijdens de weergave van de SOC van de huishoudaccu’s of de spanning van de startaccu om het alarm voor lege accu uit te schakelen (“OFF” op display) of in te schakelen (“On”), druk opnieuw op dezelfde knop voor de betreffende accu.
  • Houd deze knop meer dan 6 seconden ingedrukt tijdens de weergave van de SOC van de huishoudaccu’s om het type accu te wijzigen door opnieuw op dezelfde knop te drukken: LiFePO4 “LFP”, AGM “AGM”, Gel “GEL”, Pb “Pb” voor de betreffende accu.
  • Houd deze knop meer dan 9 seconden ingedrukt tijdens de weergave van de SOC van de huishoudaccu’s om de capaciteit in Ah van de betreffende accu in te stellen met de knoppen (+ ) en (- ).
  • Houd deze knop meer dan 3 seconden ingedrukt om het tankalarm (voorheen geselecteerd) uit te schakelen (“OFF” op display) of in te schakelen (“On”), druk opnieuw op dezelfde knop.
  • Houd deze knop meer dan 3 seconden ingedrukt om de bevestigingspiep bij toetsdruk en akoestische alarmen uit te schakelen (“OFF” op display) of in te schakelen (“On”), druk opnieuw op dezelfde knop.
  • Houd deze knop meer dan 5 seconden ingedrukt om de firmwareversie van het paneel (1 seconde) en daarna van de derivator (1 seconde) te tonen.

ENERGIEBEHEER (Pagina 4)

  • Met het systeem aan: paneel + derivator-zekeringhouder NE364 verbruikt 78 mA.
  • In stand-by-modus: paneel + derivator-zekeringhouder NE364 verbruikt 38 mA.
  • In opslagmodus: paneel + derivator-zekeringhouder NE364 verbruikt 4 mA.

WAARSCHUWING: Bij langdurig niet-gebruik van het voertuig en afwezigheid van 230V-net, activeer de opslagfunctie.

AANSLUITINGEN (Pagina 4)

Aan de achterkant: connector voor seriële verbinding (JP6), voor optionele externe temperatuursensor (JP3) en voor remote binnentemperatuursensor (JP4). Als de remote binnentemperatuursensor wordt aangesloten, moet de interne temperatuursensor van de print (tussen houder en frame) worden doorgeknipt en verwijderd.