Combi D (E)
Gebruiksaanwijzing
In het voertuig meenemen
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruiksaanwijzing …………………………………………….. 3 1.1 Documentnummer ………………………………………………………… 3 1.2 Geldigheid ………………………………………………………………….. 3 1.3 Doelgroep ………………………………………………………………….. 3 1.4 Symbolen en weergavemiddelen …………………………………… 3 1.5 Waarschuwingen …………………………………………………………. 4 1.6 Afkortingen en woordenlijst …………………………………………… 4 2 Gebruiksdoel …………………………………………………………………… 4 2.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming ………………………… 4 2.2 Oneigenlijk gebruik ……………………………………………………… 4 2.3 Uitsluiting van aanspraken op wettelijke en fabrieksgarantie 4 2.4 Inbouw, uitbouw, ombouw …………………………………………… 4 3 Veiligheidsrichtlijnen ……………………………………………………….. 5 3.1 Algemene veiligheid …………………………………………………….. 5 3.2 Bij lekkages van de verwarming of de rookgasafvoer ……. 5 3.3 Garantie van een veilige gebruiksomgeving ……………………. 5 3.4 Plichten van de gebruiker / houder van het voertuig ……….. 5 3.5 Veilig gebruik …………………………………………………………….. 5 3.6 Gedrag bij storingen ……………………………………………………. 6 4 Productbeschrijving …………………………………………………………. 6 4.1 Combi D (zonder elektrische verwarmingselementen) ……. 6 4.2 Combi D E (met elektrische verwarmingselementen) …….. 6 4.3 Brandstoftoevoer ………………………………………………………… 7 4.4 Toebehoren ……………………………………………………………….. 7 5 Bediening ……………………………………………………………………….. 9 5.1 Eerste ingebruikname …………………………………………………. 9 5.2 Bedieningspanelen …………………………………………………….. 9 5.3 Binnentemperatuurvoeler ……………………………………………. 9 5.4 Raamschakelaar …………………………………………………………. 9 5.5 Veiligheids- / aftapkraantje …………………………………………. 10 5.6 Vullen van het waterreservoir ……………………………………… 11 5.7 Aftappen van het waterreservoir ………………………………….. 11 5.8 Vullen van de brandstofleidingen …………………………………. 11 5.9 Inschakelen ………………………………………………………………. 12 5.10 Warmwatervoorziening ………………………………………………. 12 5.11 Uitschakelen …………………………………………………………….. 12 6 Storingen ……………………………………………………………………….. 12 6.1 Checklist fouten van de verwarming ……………………………… 12 6.2 Checklist fouten watervoorziening …………………………………. 12 6.3 Checklist fouten brandstoftoevoer …………………………………. 13 7 Reiniging en onderhoud ………………………………………………….. 13 7.1 Schoonmaken van het buitengedeelte van de wandafvoer 13 7.2 Reiniging van het waterreservoir ………………………………….. 13 8 Klein en groot onderhoud ………………………………………………… 14 8.1 Zekeringen ………………………………………………………………… 14 8.2 Buiten gebruik stellen voor de winterstalling ………………….. 15 8.3 Opnieuw in gebruik nemen (na een langere periode van stilstand) 15 9 Reparatie ……………………………………………………………………….. 15 10 Verwijdering en recycling ………………………………………………… 15 11 Technische gegevens ……………………………………………………… 15 12 Garantie …………………………………………………………………………. 16 12.1 Omvang van de garantie …………………………………………….. 16 12.2 Uitsluiting van garantie ………………………………………………. 17 12.3 Claimen van de garantie ……………………………………………… 17
1 Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing maakt deel uit van het product.
De gebruiksaanwijzing moet altijd worden meegenomen in het voertuig.
Maak veiligheidsrichtlijnen ook toegankelijk voor andere gebruikers.
1.1 Documentnummer
Het documentnummer van deze gebruiksaanwijzing staat op elke binnenpagina in de voetregel en op de achterkant. Het documentnummer bestaat uit
- artikelnummer (10 cijfers)
- revisiestand (2 cijfers)
- verschijningsdatum (maand / jaar)
1.2 Geldigheid
Deze handleiding geldt voor:
- Combi D 4
- Combi D 4 E
- Combi D 6
- Combi D 6 E volgende generatie vanaf serie F, hierna te noemen: Combi D.
1.3 Doelgroep
Deze gebruiksaanwijzing is geschreven voor de gebruiker.
Omwille van de leesbaarheid wordt er in de tekst geen genderspecifiek onderscheid gemaakt. Gebruikte begrippen gelden in termen van gelijke behandeling voor zowel mannen als vrouwen.
1.4 Symbolen en weergavemiddelen
| Symbool | Betekenis |
|---|---|
| ![Waarschuwing] | Waarschuwing voor gevaren voor personen |
| ![Gekwalificeerd technicus] | Gekwalificeerd technicus |
| ![Extra informatie] | Extra informatie voor een beter begrip of voor het optimaliseren van werkprocessen. |
| Symbool voor een handelingsstap. Hier moet iets worden gedaan. Bij meerdere stappen moet de volgorde worden aangehouden. |
- | Optionele onderdelen (Afb. 3-1) | Verwijzing naar een afbeelding bijv. afbeelding 3 – nummer 1
1.5 Waarschuwingen
In deze gebruiksaanwijzing worden waarschuwingssymbolen en waarschuwingswoorden gebruikt om te waarschuwen voor materiële schade en persoonlijk letsel.
Waarschuwingen moeten altijd worden gelezen en in acht worden genomen.
Alle maatregelen die met een waarschuwingssymbool en/of een waarschuwingswoord zijn gemerkt, dienen in acht te worden genomen.
| Waarschuwingswoord | Betekenis |
|---|---|
| GEVAAR | Gevaren voor personen. Het niet in acht nemen hiervan leidt tot dodelijk of zwaar lichamelijk letsel. |
| WAARSCHUWING | Gevaren voor personen. Het niet in acht nemen hiervan kan tot dodelijk of zwaar lichamelijk letsel leiden. |
| VOORZICHTIG | Gevaren voor personen. Het niet in acht nemen hiervan kan tot licht lichamelijk letsel leiden. |
| ATTENTIE | Informatie ter voorkoming van materiële schade |
1.6 Afkortingen en woordenlijst
| Woord | Betekenis |
|---|---|
| Landstroom | Stroom die van buiten aan het voertuig wordt toegevoerd. In de regel wordt vanuit een stroompunt op de camping met een verlengkabel een verbinding naar de buitencontactdoos van het voertuig gemaakt. |
2 Gebruiksdoel
2.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming
De dieselverwarming Combi D is een luchtverwarming met geïntegreerd warmwaterreservoir (inhoud 10 liter). Dit toestel is geconstrueerd voor de inbouw in campers (kampeerwagens) van de voertuigcategorie M1 en aanhangwagens (caravans) van de voertuigcategorie O.
Het gebruik van de verwarming tijdens het rijden is toegestaan.
2.2 Oneigenlijk gebruik
Alle andere vormen van gebruik, die niet onder het gebruik overeenkomstig de bestemming staan genoemd, zijn ontoelaatbaar en daarom verboden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inbouw en het gebruik in:
- bussen (voertuigcategorie M2 en M3),
- bedrijfswagens (voertuigcategorie N),
- boten en andere vaartuigen,
- jacht- / boshutten, weekendhuisjes of voortenten,
- aanhangers en voertuigen voor het transport van gevaarlijke stoffen.
Het verwarmen van andere vloeistoffen dan drinkwater (bijvoorbeeld reinigings-, ontkalkings-, desinfecteer- en conserveermiddelen) is verboden.
Toestellen met een defect mogen niet worden gebruikt.
Het gebruik van toestellen die in strijd met de inbouwhandleiding en gebruiksaanwijzing zijn geïnstalleerd of worden gebruikt, is niet toegestaan.
2.3 Uitsluiting van aanspraken op wettelijke en fabrieksgarantie
Met name in de volgende gevallen vervallen aanspraken op wettelijke en fabrieksgarantie en worden aansprakelijkheidsclaims uitgesloten:
- veranderingen aan het toestel (inclusief toebehoren en accessoires),
- veranderingen aan de rookgasafvoer en aan de afvoer naar buiten,
- gebruik van andere reserveonderdelen en accessoires dan originele Truma-onderdelen,
- het niet in acht nemen van de inbouwhandleiding en de gebruiksaanwijzing.
Verder kan de algemene typegoedkeuring van het toestel of in veel landen ook de typegoedkeuring van het voertuig vervallen.
2.4 Inbouw, uitbouw, ombouw
Alleen ter zake kundige en geschoolde personen (gekwalificeerde technici) mogen met inachtneming van de inbouwhandleiding en gebruiksaanwijzing en de meest recente erkende regels van de techniek het Truma product inbouwen, repareren en de goede werking ervan controleren. Gekwalificeerde technici zijn personen die op grond van hun vaktechnische opleiding en scholing, hun kennis en ervaring met de producten van Truma en de toepasselijke normen de vereiste werkzaamheden correct kunnen uitvoeren en mogelijke gevaren kunnen onderkennen.
Voor anderen dan gekwalificeerde technici geldt:
- Het toestel niet openen.
- Het toestel niet monteren, niet op andere plaatsen en niet in andere voertuigen inbouwen.
- Het toestel niet uitbouwen, niet ombouwen en niet zelf proberen te repareren.
- Laat inbouw-, uitbouw- of ombouwwerkzaamheden uitsluitend door gekwalificeerde technici uitvoeren.
3 Veiligheidsrichtlijnen
3.1 Algemene veiligheid
Het niet in acht nemen van de voorschriften in de gebruiksaanwijzing kan ernstige materiële schade en ernstige risico’s voor de gezondheid of het leven van personen tot gevolg hebben.
Lees de veiligheidsrichtlijnen en volg deze nauwkeurig op om risico’s en schade voor personen en materiële zaken uit te sluiten.
Neem de lokaal geldende wetgeving, richtlijnen en normen over het gebruik en de werking van het verwarmingstoestel in acht.
3.2 Bij lekkages van de verwarming of de rookgasafvoer
- Toestel uitschakelen,
- Ramen en deuren openen,
- De totale installatie door een gekwalificeerd technicus laten nakijken!
3.3 Garantie van een veilige gebruiksomgeving
- Het toestel mag uitsluitend samen met de bijbehorende bedieningspanelen en accessoires van Truma en door Truma vrijgegeven bedieningspanelen worden gebruikt.
- Zorg ervoor dat de warmeluchtbuizen in het hele voertuig, met name in de bergruimten, niet door de lading bekneld kunnen raken of kunnen worden beschadigd.
- Warmtegevoelige voorwerpen (bijv. spuitbussen of lucifers) of ontvlambare materialen / vloeistoffen mogen niet in de inbouwruimte van de verwarming worden opgeborgen, omdat hier eventueel hogere temperaturen kunnen ontstaan.
- Bewaar geen warmtegevoelige voorwerpen of ontvlambare materialen / vloeistoffen op plaatsen waar ze in direct contact komen met de warmeluchtbuizen.
- Kom niet met open busje, blikjes of flesjes of met doordrenkte lappen met ontvlambare vloeistoffen / dampen in de buurt van de luchtaanzuiging. Sproei geen brandbare vloeistoffen in de luchtaanzuiging.
- Plaats geen voorwerpen zoals plastic zakken of skischoenen vlak voor de warmeluchtuitlaten.
- Droog geen wasgoed vlak voor de warmeluchtuitlaten.
- Houd de ruimte vóór de omgevingsluchtaanzuiging en de warmeluchtuitlaten vrij van brandbare of warmtegevoelige materialen. Versper in geen geval de warmeluchtuitlaten.
- Om een schone verbranding te waarborgen, moet de rookgasafvoer in de wand altijd worden vrijgehouden van vuil (sneeuwblubber, ijs, bladeren etc.).
- De wandafvoer mag tijdens de werking van het toestel niet worden versperd, bijv. door een dekzeil of insectenhor.
- Gevaar door hete oppervlakken en rookgassen. Terwijl de verwarming in werking is het gebied rond de wandafvoer niet aanraken en geen voorwerpen tegen de wandafvoer of het voertuig plaatsen.
- Gebruik het toestel niet op plaatsen waar zich ontvlambare dampen of stof kunnen vormen, zoals in de buurt van een tankstation, een brandstof-, kolen-, hout-, graanopslag of dergelijke.
3.3.1 Het werken met afvoergassen
De rookgassen van de verwarming kunnen in gesloten ruimten (bijv. garages, werkplaatsen, veerboten) tot vergiftigingen leiden. Als het voertuig in gesloten ruimten wordt geparkeerd:
- De verwarming via het bedieningspaneel uitschakelen.
- De timer / timerfunctie deactiveren.
- De verwarming niet op afstand via de app inschakelen.
3.4 Plichten van de gebruiker / houder van het voertuig
- De gebruiker is verantwoordelijk voor het water waarmee het waterreservoir wordt gevuld en de kwaliteit ervan.
- De houder van het voertuig is ervoor verantwoordelijk dat het toestel op correcte wijze kan worden bediend.
- Er moet een gele sticker met waarschuwingen op een voor elke gebruiker goed zichtbare plaats in het voertuig (bijv. op de kledingkastdeur) zijn aangebracht. Mocht dit niet het geval zijn, kunnen ontbrekende stickers bij Truma worden opgevraagd.
- De verwarming moet voldoen aan de bepalingen van het land waarin deze wordt gebruikt. Nationale voorschriften en regelingen moeten worden nageleefd.
- Het rookgasafvoersysteem moet met regelmatige intervallen, echter uiterlijk om de 2 jaar worden nagekeken.
- Als de verwarming niet wordt gebruikt, moet de waterinhoud bij gevaar voor vorst absoluut altijd worden afgetapt. Geen aanspraak op wettelijke of fabrieksgarantie en geen aansprakelijkheidsclaim voor vorstschade.
3.5 Veilig gebruik
- Rijd de voertuigtank bij het gebruik van de verwarming niet helemaal tot het reservestreepje van de brandstofmeter leeg.
- In geval van een leeg gereden voertuigtank bevindt de opening van de toevoerleiding voor de brandstof zich dan ongeveer op de hoogte van het brandstofpeil. In deze toestand, vooral als tijdens het rijden de brandstof in de voertuigtank klotst, worden er grote hoeveelheden lucht aangezogen. Het gevolg is een onregelmatige brandstoftoevoer aan het toestel. De brander van het toestel zal er in deze toestand moeite mee hebben om schoon te blijven verbranden (vorming van rook en stank).
- Aanwezige openingen voor geforceerde ventilatie in het voertuig niet afsluiten of afdekken. Bij de ingebruikneming van het toestel kan er gedurende korte tijd door stof en vuil een lichte rook- en stankontwikkeling optreden. Dit is met name het geval als het langere tijd niet is gebruikt.
- Het toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 14 jaar en daarnaast door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis, mits ze onder toezicht staan of in het veilige gebruik ervan zijn geïnstrueerd en de risico’s die daaruit voortvloeien begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
- De dubbelwandige doorvoerbuis (rookgasafvoerdemper- en aanzuigbuis) moet regelmatig, met name na langere ritten, worden gecontroleerd op het ontbreken van beschadigingen en een stevig vastzittende aansluiting, hetzelfde geldt voor de bevestiging van het toestel en de rookgasafvoer in de wand.
- Tijdens het tanken mag het toestel niet worden gebruikt.
- Om schade aan het toestel door spatwater bij het schoonmaken van het voertuig te voorkomen, niet direct in de wandafvoer spuiten.
3.6 Gedrag bij storingen
- Schakel de verwarming uit als er sprake is van ongewone geluiden of geurtjes.
GEVAAR Brand- / explosiegevaar door een beschadigd toestel Er bestaat risico van brand / ontploffing bij pogingen om een door hoogwater beschadigd toestel of een toestel in een voertuig dat bij een ongeval betrokken was te gebruiken.
- Een gekwalificeerd technicus moet het toestel inspecteren en door vocht beschadigde onderdelen vervangen.
- Eventueel moet het beschadigde toestel door een nieuw exemplaar worden vervangen.
- Reparaties van het toestel mogen uitsluitend door een gekwalificeerd technicus worden uitgevoerd.
- Laat storingen onmiddellijk en uitsluitend door een gekwalificeerd technicus verhelpen.
- Verhelp alleen die storingen zelf, waarvan in hoofdstuk „6 Storingen” op pagina 12 staat beschreven hoe ze verholpen moeten worden.
- Laat na het uitdoven van de vlam (ontstekingsweigering) de verwarming en de rookgasafvoer door een gekwalificeerd technicus nakijken.
4 Productbeschrijving
De dieselverwarming Combi D (E) is een luchtverwarming met geïntegreerd warmwaterreservoir (inhoud 10 liter). De brander werkt met ondersteuning door een ventilator, waardoor een perfecte werking tijdens het rijden is gewaarborgd.
In de verwarmings- en warmwatermodus kiest het toestel automatisch de vereiste vermogensstand overeenkomstig het temperatuurverschil tussen de op het bedieningspaneel ingestelde temperatuur en de werkelijke temperatuur in de ruimte op dat moment. De geïntegreerde luchtcirculatieventilator zuigt koele lucht uit de binnenruimte van het voertuig aan, blaast die over de geïntegreerde warmtewisselaar en via de warmeluchtbuizen weer terug de binnenruimte in. Voor de werking van de verwarming is het niet nodig het waterreservoir te vullen. Bij gevuld waterreservoir wordt het water automatisch meeverwarmd. De watertemperatuur is afhankelijk van de gekozen gebruiksmodus en het afgegeven verwarmingsvermogen.
De materialen van het toestel die met water in contact komen, zijn drinkwaterveilig uitgevoerd (zie de verklaring van de fabrikant, www.truma.com – Verklaring van de fabrikant).
4.1 Combi D (zonder elektrische verwarmingselementen)
In de gecombineerde verwarmings- en warmwaterstand kan de ruimte worden verwarmd en tegelijkertijd water worden verhit. Is er alleen warm water nodig, dan is dit in de warmwaterstand mogelijk.
- In de warmwaterstand wordt de inhoud van het warmwaterreservoir verwarmd. Als de watertemperatuur is bereikt, schakelt de brander uit.
- Bij temperaturen van ca. 3 °C rond het automatische veiligheids- / aftapkraantje FrostControl gaat dit open en wordt het waterreservoir afgetapt.
4.2 Combi D E (met elektrische verwarmingselementen)
Met de verwarming kan in de verwarmings- en warmwaterstand de ruimte worden verwarmd en tegelijkertijd water worden verhit. Is er alleen warm water nodig, dan is dit in de warmwaterstand mogelijk.
Bij temperaturen van ca. 3 °C rond het automatische veiligheids- / aftapkraantje FrostControl gaat dit open en wordt het waterreservoir afgetapt.
Het toestel kan op 3 verschillende manieren worden gebruikt:
- Alleen op diesel voor wildkamperen of „dry camping”
- Alleen op stroom 230 V (landstroom) voor stationair gebruik op de camping
- Combinatiestand (gecombineerd gebruik op diesel en op stroom) voor een maximale performance bij stationair gebruik.
4.2.1 Verwarmings- en warmwaterstand
Voor het gebruik van de verwarming kunnen alle 3 de mogelijkheden worden gekozen.
- In de verwarmings- en warmwaterstand kiest het toestel automatisch de vereiste vermogensstand.
- Voor het werken op stroom kan, afhankelijk van het ampèrage op de camping, een vermogen van 900 W (3,9 A) of 1800 W (7,8 A) met de hand worden ingesteld.
- Als er meer vermogen nodig is (bijv. bij het opwarmen of bij lage buitentemperaturen) moet de diesel- of combinatiestand worden gekozen, om altijd voldoende verwarmingscapaciteit ter beschikking te hebben.
- In de combinatiestand en als er slechts een gering vermogen nodig is (bijv. voor het op temperatuur houden van de ruimte), krijgt het werken op stroom (230 V) voorrang. De dieselbrander schakelt pas bij als er een hoog vermogen gevraagd wordt en schakelt bij het opwarmen als eerste uit. Als er in de combinatiestand geen 230 V landstroom beschikbaar is, geeft het bedieningspaneel een waarschuwing en schakelt over op alleen diesel.
Vermijd langdurig werken op de laagste stand.
Vermijd zoveel mogelijk langdurig werken bij lage kamertemperatuureisen (langer dan 10 dagen) op diesel en laat het toestel op stroom werken.
Als het niet mogelijk is over te schakelen op stroom werken, dan moet de verwarming één keer per dag kort worden opgestookt, zodat condens kan verdampen en een goede verbranding mogelijk is.
Tap bij langere stilstandstijden, vooral tijdens vorstperioden, het water af en schakel de verwarming uit.
4.2.2 Warmwaterstand (alleen met gevuld waterreservoir)
Alleen water verwarmen gaat hetzij op diesel dan wel op stroom.
Alleen verwarmen van warm water is in de combinatiestand niet mogelijk. Als de combinatiestand is ingesteld, schakelt het toestel automatisch over op alleen stroom. De dieselbrander wordt niet bijgeschakeld.
Afhankelijk van het geïnstalleerde bedieningspaneel kan de temperatuur worden ingesteld op 40 °C, 60 °C of 70 °C. Hoe meer warm water er nodig is, des te hoger moet de warmwatertemperatuur worden ingesteld.
Voor het werken op stroom kan afhankelijk van het ampèrage van de landstroomaansluiting met de hand een vermogen van 900 W (3,9 A) of 1800 W (7,8 A) worden ingesteld.
4.3 Brandstoftoevoer
4.3.1 Brandstofkwaliteit
Het verwarmingstoestel werkt op diesel. Geschikt en toegelaten zijn dieselbrandstoffen
- vlg. DIN EN 590
- vlg. DIN EN 15940 (synthetische brandstoffen) Niet toegelaten is een brandstofmengsel met meer dan 7% biodiesel (bijv. B10, B20, B30, zuivere biodiesel)
4.3.2 Brandstof bij lage temperaturen
Een aanpassing van de diesel aan de gebruikelijke wintertemperaturen gebeurt automatisch door de raffinaderijen of tankstations (winterdiesel).
Problemen kunnen ontstaan bij temperaturen onder 0 °C als het voertuig nog afgetankt is met zomerdiesel.
Denk ook aan de reservejerrycan met zomerdiesel.
Controleer bij temperaturen onder -20 °C alvorens de verwarming in te schakelen of de winterdiesel geschikt is voor het gebruik bij deze temperaturen.
Het bijmengen van afgewerkte olie, koolzaadolie, spiritus of benzine is niet toegestaan!
Om ervoor te zorgen dat alle brandstofleidingen van het verwarmingstoestel na het tanken van winterdiesel of andere toegestane mengsels hiermee zijn gevuld, moet u de verwarming ten minste 15 minuten laten werken.
4.4 Toebehoren
Truma iNet X Panel Truma iNet X Panel / Truma iNet X Panel Pro met kleurendisplay en touchscreenbediening voor de aansturing van alle met TIN-bus compatible Truma-apparatuur ook middels de Truma app via Bluetooth.
Truma CP plus Digitaal bedieningspaneel Truma CP plus met automatische klimaatregeling.
- De functie automatische klimaatregeling regelt automatisch de verwarming en het airconditioningsysteem tot de gewenste temperatuur in het voertuig is bereikt.
- Uit te breiden met de Truma iNet Box.
Truma iNet Box De Truma iNet Box voor het eenvoudig koppelen van alle Truma apparatuur en besturing met smartphone of tablet per app.
Truma CP classic Analoog bedieningspaneel Truma CP classic.
Meer accessoires voor bedieningspanelen
- Kabels in verschillende lengten
FrostControl De FrostControl is een stroomloos veiligheids- / aftapkraantje. Bij vorstgevaar wordt de inhoud van het waterreservoir automatisch via een afvoerpijpje geleegd, zodat de Combi D tegen dure vorstschade wordt beschermd.
Verwarmingselement voor FrostControl Verwarmingselement met aansluitkabel 1,5 m en borgplaatje.
Voor de FrostControl is een verwarmingselement verkrijgbaar dat in de FrostControl wordt gestoken en met een borgplaatje wordt vastgezet. Dit verwarmingselement verwarmt bij ingeschakelde Combi D de FrostControl tot ca. 10 °C. Het waterreservoir kan daardoor, onafhankelijk van de temperatuur in de inbouwruimte, na korte tijd worden gevuld.
5 Bediening
5.1 Eerste ingebruikname
Lees alvorens het toestel in gebruik te nemen de veiligheidsrichtlijnen en de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem ze in acht!
GEVAAR Brandgevaar door ontvlambare voorwerpen
- Houd de inbouwruimte van het verwarmingstoestel vrij van ontvlambare voorwerpen.
- Houd de verwarming, vooral het aansluitgedeelte van de rookgasafvoerbuis van de verwarming, vrij van ontvlambare voorwerpen.
- Leg geen voorwerpen (bijv. dekens, handdoeken) op de verwarming.
- Houd warmeluchtuitlaten open en houd ze vrij van voorwerpen.
GEVAAR Vergiftigingsgevaar door afvoergassen
- Controleer de rookgasafvoer in de buitenwand op mogelijke versperring door dekzeilen, sneeuw of insectennesten.
Houd de wandaan/-afvoer vrij
Terwijl de verwarming werkt, moet er een afstand (Abb. 7-a) van ten minste 1 m van een muur, gebouw, tent, voertuig enz. worden aangehouden. Hierdoor kan de wandaan/-afvoer effectief verse lucht (Abb. 7-1) aanzuigen en rookgassen (Abb. 7-2) afvoeren.
- Vóór het eerste gebruik absoluut altijd de hele watertoevoerleiding met schoon water goed doorspoelen.
5.2 Bedieningspanelen
De Combi D kan met de onder accessoires vermelde bedieningspanelen worden bediend.
De bedieningspanelen zijn in een aparte gebruiksaanwijzing beschreven.
5.3 Binnentemperatuurvoeler
Om de binnentemperatuur te meten, bevindt zich in het voertuig een externe binnentemperatuurvoeler. De plaats van de voeler wordt door de fabrikant van het voertuig, afhankelijk van het voertuigtype, individueel bepaald. Nadere informatie is te vinden in de gebruiksaanwijzing van uw voertuig.
De instelling van de temperatuur op het bedieningspaneel is afhankelijk van de persoonlijke warmtebehoefte en het type voertuig en moet individueel worden bepaald.
5.4 Raamschakelaar
In het voertuig kan optioneel een raamschakelaar (Afb. 9-1) zijn gemonteerd die verplicht is als de wandafvoer zich onder een te openen raam bevindt.
De raamschakelaar onderbreekt bij het openen van het raam de werking van de verwarming, zodat er geen giftige afvoergassen in de binnenruimte terechtkomen. De raamschakelaar mag niet worden gemanipuleerd.
5.5 Veiligheids- / aftapkraantje
De fabrikant kan een van de twee beschreven aftapkraantjes (A, B) in het voertuig monteren. Volg de gebruiksaanwijzingen voor het veiligheids- / aftapkraantje dat in uw voertuig is gemonteerd.
A. FrostControl (veiligheids- / aftapkraantje met geïntegreerde vorstbeveiliging)
De FrostControl is een stroomloos veiligheids- / aftapkraantje. Hij tapt bij gevaar voor vorst automatisch de inhoud van het waterreservoir via een afvoerpijpje af. Bij overdruk in het systeem wordt de druk automatisch stootsgewijs via het veiligheidskraantje afgelaten.
Het kraantje kan met de hand worden geopend, om het water uit het watersysteem af te tappen. Bijvoorbeeld voor het reinigen van het waterreservoir, bij vorstgevaar en vóór langere perioden van stilstand (winterstalling).
1 Drukknop stand „aftappen” 2 Drukknop stand „gesloten” 3 Draaiknop stand „in bedrijf” 4 Afvoerpijpje (door de bodem van het voertuig naar buiten geleid)
5.5.1 Met de hand openen van de FrostControl
- Verdraai de draaiknop 180° tot deze in de vergrendeling valt. De drukknop springt eruit (stand Afb. 10-1). Het water van het waterreservoir loopt via het afvoerpijpje (Afb. 10-4) weg.
Het afvoerpijpje van de FrostControl moet steeds vrij van vuil (sneeuwblubber, ijs, bladeren etc.) worden gehouden, om er zeker van te kunnen zijn dat het water goed wegloopt! Geen aanspraak op garantie bij vorstschade!
5.5.2 Met de hand sluiten van de FrostControl
- Controleer of de draaiknop op „in bedrijf” (Afb. 10-3), d.w.z. evenwijdig aan de wateraansluiting staat en vergrendeld is.
- Sluit de FrostControl door de drukknop in te drukken. De drukknop moet in de stand „gesloten” (Afb. 10-2) vergrendelen.
Pas bij temperaturen boven de ca. 7 °C rond de FrostControl kan deze met de drukknop (stand Afb. 10-2) met de hand worden gesloten en kan het waterreservoir worden gevuld.
5.5.3 Automatisch openen van de FrostControl
Bij temperaturen onder de ca. 3 °C rond de FrostControl opent deze automatisch, de drukknop springt eruit (Afb. 10-1). Het water van het waterreservoir loopt via het afvoerpijpje (Afb. 10 -4) weg.
OPMERKING Onbeperkt waterverlies door een geopende FrostControl Als het voertuig via een externe wateraansluiting van water wordt voorzien en de FrostControl automatisch activeert, loopt het water ongehinderd uit het voertuig weg.
- Sluit de externe watertoevoer als het voertuig onbeheerd is.
B. Aftapkraantje (veiligheids- / aftapkraantje zonder vorstbeveiliging)
Het aftapkraantje laat bij overdruk in het systeem automatisch de overtollige druk af. Het water wordt daarbij stootsgewijs via een afvoerpijpje naar buiten afgevoerd.
Dit aftapkraantje beschermt het waterreservoir niet tegen vorstschade. Hiervoor kan alternatief achteraf de FrostControl worden gemonteerd.
1 Hefboompje in de stand „aftappen” 2 Hefboompje in de stand „in bedrijf- gesloten” 3 Hefboompje in de stand „in bedrijf- gesloten” 4 Afvoerpijpje (door de bodem van het voertuig naar buiten geleid)
5.5.4 Openen van het aftapkraantje
- Zet het hefboompje verticaal in de stand „Aftappen” (Afb. 11-1). Het water van het waterreservoir loopt via het afvoerpijpje (Afb. 11-4) weg. Het afvoerpijpje van het aftapkraantje moet steeds vrij van vuil (sneeuwblubber, ijs, bladeren etc.) worden gehouden, om er zeker van te kunnen zijn dat het water goed wegloopt. Geen aanspraak op garantie bij vorstschade!
5.5.5 Sluiten van het aftapkraantje
- Zet het hefboompje horizontaal in de stand „gesloten” (Afb. 11-2) of (Afb. 11-3).
5.6 Vullen van het waterreservoir
- Controleer of de FrostControl / het aftapkraantje gesloten is (zie „Met de hand sluiten van de FrostControl” of „Sluiten van het aftapkraantje”).
Bij temperaturen onder de ca. 7 °C rond de FrostControl eerst de verwarming inschakelen om de inbouwruimte en de FrostControl te verwarmen. Na enkele minuten, als de temperatuur bij de FrostControl boven de ca. 7 °C ligt, kan het veiligheids- / aftapkraantje worden gesloten.
- Schakel de stroom voor de waterpomp in (hoofdschakelaar of pompschakelaar).
- Open de warmwaterkranen in keuken en badruimte (mengkranen of eenhands mengkranen op „warm” zetten). Laat de kranen zo lang open staan tot het waterreservoir door het verdringen van de lucht gevuld is en het water zonder onderbreking stroomt.
Als alleen de koudwaterinstallatie wordt gebruikt, wordt daarbij ook het waterreservoir met water gevuld. Om vorstschade te voorkomen, moet het waterreservoir bij gevaar voor vorst via het veiligheids- / aftapkraantje worden afgetapt, ook als het niet in gebruik was.
Bij vorst kan het vullen worden verhinderd door een bevroren restant water. Door het waterreservoir heel even aan te zetten (max. 2 minuten) kan het worden ontdooid. Bevroren leidingen kunnen door het verwarmen van de binnenruimte worden ontdooid.
Bij aansluiting op een centrale watervoorziening (land- of city-aansluiting) moet een terugslagklep worden gebruikt om te voorkomen dat niet-drinkbaar water uit het voertuig in de centrale watervoorziening terug kan stromen of kan worden teruggezogen.
OPMERKING Waterschade door te hoge waterdruk Bij aansluiting op een centrale watervoorziening (land- of city-aansluiting) kunnen in het waterreservoir drukwaarden van meer dan 2,8 bar voorkomen.
- Gebruik bij aansluiting op een centrale watervoorziening drukregelaars.
5.7 Aftappen van het waterreservoir
OPMERKING Vorstschade door water in het waterreservoir
- Leeg het waterreservoir als de camper / caravan tijdens de vorstperiode niet wordt gebruikt.
- Schakel de stroom voor de waterpomp uit (hoofdschakelaar of pompschakelaar).
- Open de warmwaterkranen in keuken en badruimte.
Plaats ter controle van de hoeveelheid weglopend water een voldoende grote opvangbak (10 liter) onder het afvoerpijpje (Afb. 10-4) of (Afb. 11-4) van het veiligheids- / aftapkraantje.
- Voor het openen van het veiligheids- / aftapkraantje (zie „Met de hand openen van de FrostControl” of „Openen van het aftapkraantje”).
Het waterreservoir wordt nu via het veiligheids- / aftapkraantje direct naar buiten toe geleegd. Controleer of de waterinhoud (10 liter) volledig via het veiligheids- / aftapkraantje in de opvangbak is afgetapt. Geen aanspraak op garantie bij vorstschade!
5.8 Vullen van de brandstofleidingen
Om de brandstofleidingen te vullen, is het in de regel noodzakelijk om de verwarming een aantal keren te starten.
In geval van lege brandstofleidingen wordt aanbevolen om de hulp van een Truma Service Station in te roepen. Alternatief kunnen de volgende stappen worden uitgevoerd:
- Controleer of de rookgasafvoer in de wand niet versperd is. Eventuele verstoppingen absoluut verwijderen.
- Schakel het toestel via het bedieningspaneel in. Per inschakeling doet het toestel automatisch 2 startpogingen (eerste en herhaalde start) met een looptijd van telkens 2 minuten. Wordt er na een herhaalde start geen vlam gedetecteerd, dan gaat het toestel op storing en moet via het bedieningspaneel uit- en weer ingeschakeld worden.
Na in totaal 15 vruchteloze startpogingen (eerste en herhaalde start) zonder vlam wordt het starten geblokkeerd. Het deblokkeren moet door de klantendienst worden gedaan. Neem hiervoor contact op met het Truma Servicecentrum of met een van onze erkende servicepartners (zie www.truma.com).
- Controleer na het vullen van de brandstofleidingen of de brandstofleidingen en aansluitpunten dicht zijn.
5.9 Inschakelen
WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar door afvoergassen De rookgassen van de verwarming kunnen in gesloten ruimten (bijv. garages, werkplaatsen) tot vergiftigingen leiden. Als het voertuig in gesloten ruimten wordt geparkeerd:
- De verwarming via het bedieningspaneel uitschakelen.
- De timer / timerfunctie deactiveren.
- De verwarming niet op afstand via de app inschakelen.
Combi D Het verwarmen van het interieur is, afhankelijk van de gebruiksstand, zowel met als zonder waterinhoud mogelijk. Combi D E Het verwarmen van het interieur is, in diesel-, elektro- en combinatiestand, afhankelijk van de ingestelde wijze van gebruik zowel met als zonder waterinhoud mogelijk.
- Controleer of het ampèrage van de landstroomaansluiting op de camping voldoende is voor het op het bedieningspaneel ingestelde vermogen van 900 W (3,9 A) of 1800 W (7,8 A).
GEVAAR Brandgevaar door oververhitting van de verlengkabel voor de stroomtoevoer.
- Wikkel de kabeltrommel volledig af.
- Controleer of de rookgasafvoer in de wand niet versperd is. Eventuele verstoppingen absoluut verwijderen.
- Vul eventueel het waterreservoir met water (zie „Vullen van het waterreservoir”).
- Schakel het toestel via het bedieningspaneel in.
- Schakel het toestel uit als de rookontwikkeling uit de wandafvoer langer dan 1 minuut duurt.
5.10 Warmwatervoorziening
WAARSCHUWING Verbranding door heet water Het water in het waterreservoir kan tot 70 °C heet worden. Bij afzonderlijke koud- en warmwaterkranen zonder mengkraan bestaat er gevaar voor verbranding.
- Gebruik een mengkraan / thermostaatkraan
- Open de mengkraan / thermostaatkraan op een gecontroleerde manier in de middenstand om warm water te pakken.
5.11 Uitschakelen
De Combi D mag uitsluitend via de bedieningspanelen of bijbehorende apps, die onder Accessoires zijn vermeld, worden uitgeschakeld.
OPMERKING Schade aan het toestel door afgebroken uitschakelprocessen
- De verwarming via het bedieningspaneel uitschakelen.
- Onderbreek de stroomtoevoer niet terwijl het toestel in werking is.
- Wacht tot er geen ventilatorgeluiden meer te horen zijn.
- De verwarming via het bedieningspaneel uitschakelen.
- Wacht tot er geen ventilatorgeluiden meer hoorbaar zijn (kan tot 5 minuten duren). Onderbreek ondertussen de stroomtoevoer van de verwarming niet.
OPMERKING Schade aan het toestel door bevroren water in het waterreservoir
- Bij vorstgevaar het water aftappen.
6 Storingen
6.1 Checklist fouten van de verwarming
Mogelijke oorzaken van storingen en een checklist voor fouten zijn beschreven in de gebruiksaanwijzing van het geïnstalleerde bedieningspaneel.
De verwarming laat zich niet inschakelen.
- Als het raam is uitgerust met een automatische uitschakeling, sluit dan het raam.
6.2 Checklist fouten watervoorziening
Mogelijke storingsoorzaken en een checklist voor fouten – zie „Checklist fouten watervoorziening”.
Extreem lange opwarmtijd. Mogelijke oorzaak: Verkalking van het waterreservoir.
- Waterinstallatie ontkalken (zie onderhoud).
Water loopt weg – waterreservoir laat zich niet vullen. Mogelijke oorzaak: Veiligheids- / aftapkraantje staat open.
- Veiligheids- / aftapkraantje sluiten.
Waterreservoir kan niet worden afgetapt, hoewel het veiligheids- / aftapkraantje open staat. Mogelijke oorzaak: Afvoerpijpje van het veiligheids- / aftapkraantje zit verstopt.
- Controleer de opening op vervuiling (sneeuwblubber, ijs, bladeren etc.) en verwijder deze eventueel.
Mogelijke oorzaak: Waterleiding bevroren.
- Ontdooi de waterleiding.
Uit het afvoerpijpje van het veiligheids- / aftapkraantje druppelt / stroomt water. Mogelijke oorzaak: Waterdruk te hoog.
- Controleer de pompdruk (max. 2,8 bar).
- Bij aansluiting op een centrale waterleiding (land- of city-aansluiting) moet een drukregelaar worden aangebracht die voorkomt dat er hogere drukwaarden dan 2,8 bar in het waterreservoir kunnen voorkomen.
Na het uitschakelen van de verwarming opent de FrostControl. Mogelijke oorzaak: Bij temperaturen onder ca. 3 °C opent de FrostControl automatisch.
- Schakel de verwarming in. Zonder ingeschakelde verwarming kan de FrostControl pas weer worden gesloten bij temperaturen vanaf ca. 7 °C.
- Gebruik het verwarmingselement voor de FrostControl.
De FrostControl laat zich niet meer sluiten. Mogelijke oorzaak: Temperatuur rond de FrostControl onder de ca. 7 °C.
- Schakel de verwarming in. Zonder ingeschakelde verwarming kan de FrostControl pas weer worden gesloten bij temperaturen vanaf ca. 7 °C.
Mogelijke oorzaak: Draaiknop staat niet op „in bedrijf”.
- Draai de draaiknop van de FrostControl op „in bedrijf”, vervolgens de drukknop indrukken tot deze vergrendelt.
Mogelijke oorzaak: FrostControl defect.
- Vervang de FrostControl.
6.3 Checklist fouten brandstoftoevoer
Sterke rookontwikkeling uit de wandafvoer gedurende meer dan 1 minuut na de start van het toestel. Mogelijke oorzaak: Fout in brandstoftoevoer, verkeerde installatie, beperkte toevoer van verbrandingslucht.
- Brandgevaar! Het toestel niet meer gebruiken.
- Neem contact op met de servicedienst.
Mochten deze maatregelen niet tot het verhelpen van de storing leiden, neem dan contact op met de Truma Service.
7 Reiniging en onderhoud
7.1 Schoonmaken van het buitengedeelte van de wandafvoer
Om het vastkoeken van verbrandingsresten te voorkomen, adviseert Truma de buitenkant van de wandafvoer regelmatig te reinigen.
- Gebruik voor het schoonmaken een zachte schoonmaakspons en een gebruikelijk kunststofreinigingsmiddel voor gebruik buitenshuis.
OPMERKING Beschadiging van de verwarming door water in de wandafvoer
- Wanneer u het voertuig met een hogedrukreiniger reinigt, vermijd dan het gebied rond de wandafvoer.
7.2 Reiniging van het waterreservoir
In stilstaand water kunnen zich legionella’s en andere micro-organismen vormen als het toestel langere tijd niet wordt gebruikt.
Het waterreservoir van het verwarmingstoestel moet regelmatig worden gedesinfecteerd en ontkalkt. Voor reiniging, desinfectie en ontkalking zijn alle gebruikelijke in de kampeer-speciaalzaak verkrijgbare (reinigings)producten geschikt.
Daarnaast adviseren wij om het water in het waterreservoir regelmatig tot 70 °C te verwarmen, om te voorkomen dat micro-organismen zich kunnen nestelen.
- Kies de gebruiksmodus „Diesel”.
- Stel de watertemperatuur in op 60 °C.
- Schakel het toestel in.
Als het water in het waterreservoir een temperatuur van 60 °C heeft bereikt, schakelt de brander uit. Het toestel moet gedurende ten minste 30 minuten ingeschakeld blijven en er mag geen warm water worden afgenomen. De restwarmte in de warmtewisselaar warmt het water op tot 70 °C.
Om het waterreservoir te ontkalken kunnen gebruikelijke in de handel verkrijgbare ontkalkingsmiddelen, een azijnoplossing of citroenzuur worden gebruikt.
Vul het waterreservoir via de watertoevoer met de aanbevolen mengverhouding van de reinigings- of ontkalkingsproducten en laat ze inwerken. Spoel het waterreservoir vervolgens grondig met vers water door.
Indien de Combi D met water is gevuld, dient hij ten minste eenmaal per maand gedurende ca. 30 min. te worden verwarmd (zie „Reiniging van het waterreservoir”).
Het veiligheids- / aftapkraantje (FrostControl) moet regelmatig (min. 2 keer per jaar) worden gebruikt om kalkafzettingen te verwijderen en om er zeker van te zijn dat het niet geblokkeerd is.
8 Klein en groot onderhoud
- Indien de Combi D met water is gevuld, dient hij ten minste eenmaal per maand gedurende ca. 30 min. te worden verwarmd (zie „Reiniging van het waterreservoir”).
- Het veiligheids- / aftapkraantje (FrostControl) moet regelmatig (min. 2 keer per jaar) worden gebruikt om kalkafzettingen te verwijderen en om er zeker van te zijn dat het niet geblokkeerd is.
8.1 Zekeringen
8.1.1 Zekeringen 12 V
GEVAAR Brandgevaar door kortsluiting In geval van kortsluiting in de 12-volt-voeding kunnen zeer hoge stromen vloeien en daardoor kabelbranden ontstaan.
- Vervang zekeringen alleen als het toestel volledig is uitgeschakeld
GEVAAR Brandgevaar door het gebruik van een ongeschikte zekering
- Mag alleen vervangen worden door het originele Truma-onderdeel
De zekeringen (Afb. 12-3) bevinden zich op het elektronische gedeelte (Afb. 12-2) onder het afdekklepje waar zich de aansluitingen bevinden (Afb. 12-1).
- Schakel het toestel volledig uit.
- Verwijder het afdekklepje.
- Vervang de zekeringen.
Defecte zekeringen uitsluitend vervangen door originele Truma-onderdelen.
- Breng het afdekklepje weer aan.
- De accu weer aansluiten.
8.1.2 Zekering 230 V (Combi D E)
De zekering en de netstroomkabels mogen uitsluitend door een gekwalificeerd technicus worden vervangen! De onderstaande aanwijzingen in dit hoofdstuk zijn uitsluitend bedoeld ter informatie van de met de opdracht te belasten gekwalificeerde technicus.
GEVAAR Elektrische schok bij werkzaamheden aan de elektronica
- Alvorens het afdekklepje van het elektronicagedeelte te openen, moet het toestel volledig (alle polen) van het elektriciteitsnet worden gescheiden.
De zekering (Afb. 13-4) bevindt zich op de printplaat onder het afdekklepje van het elektronische gedeelte (Afb. 13-3).
GEVAAR Brandgevaar door het gebruik van een ongeschikte zekering
- Mag alleen vervangen worden door het originele Truma-onderdeel (materiaalnummer 39050-00381)
- Schakel het toestel volledig uit.
- Verwijder het (Afb. 13-1) afdekklepje.
- Noteer de lay-out van de stekkeraansluitingen alvorens de kabels los te trekken (evt. een foto maken).
- Maak alle kabels los van de printplaat.
- Draai de schroeven (Afb. 13-2) er met een Torx 20 schroevendraaier uit.
- Verwijder het afdekklepje.
- Vervang de zekering.
- Breng het afdekklepje weer aan.
- Draai de schroeven er met een Torx 20 schroevendraaier in.
- Sluit alle kabels weer aan op de printplaat.
- Breng het afdekklepje weer aan.
- De accu weer aansluiten.
8.1.3 Oververhittingsbeveiliging 230 V (Combi D E)
Het waterreservoir is voorzien van een mechanische oververhittingsschakelaar die bij hoge watertemperaturen de 230-V-stroomtoevoer onderbreekt.
- Laat de verwarming afkoelen.
- Scheid het toestel volledig van het stroomnet.
- Verwijder het (Afb. 14-1) afdekklepje.
- Druk de rode resetknop (Afb. 14-2) in. Om de resetknop in te kunnen drukken, is een pen of iets dergelijks nodig.
- Breng het afdekklepje weer aan.
8.2 Buiten gebruik stellen voor de winterstalling
Zie „Met de hand openen van de FrostControl” of „Openen van het aftapkraantje”.
8.3 Opnieuw in gebruik nemen (na een langere periode van stilstand)
8.3.1 Checken van de energievoorziening
- Controleer het laadniveau van de voertuigaccu’s.
- Laad zo nodig de voertuigaccu’s op.
8.3.2 Reinig het watersysteem
Zie „Reiniging van het waterreservoir”.
- Spoel een nieuwe of gedurende langere tijd niet gebruikte Combi D en alle warm- / koudwaterslangen vóór gebruik goed door met drinkwater.
8.3.3 Vul het reservoir met water
Zie „Vullen van het waterreservoir”.
8.3.4 Controleren van de rookgasafvoer in de wand
Tijdens langere perioden van stilstand kan het voorkomen dat insecten, spinnen of ander klein ongedierte nesten bouwen in de wandafvoer.
- Controleer de wandafvoer visueel op beschadigingen en verontreinigingen voordat u de verwarming na een lange periode van stilstand weer in gebruik neemt.
9 Reparatie
Het toestel mag uitsluitend door een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd.
Neem voor reparaties contact op met de Truma Service of een van onze geautoriseerde servicepartners (zie www.truma.com).
10 Verwijdering en recycling
Het toestel moet volgens de wettelijke bepalingen van het land waarin het wordt gebruikt worden verwijderd. Nationale voorschriften en wetgeving moeten in acht worden genomen.
11 Technische gegevens
Gemeten volgens Truma-testcondities
| Grootheid | Waarde |
|---|---|
| Brandstof | Diesel conf. EN 590 Diesel conf. EN 15940 |
| Waterinhoud | 10 liter |
| Opwarmtijd van ca. 15 °C tot ca. 60 °C | Alleen warm water ca. 24 min. (gemeten volgens EN 15033) Verwarming en warm water ca. 80 min. |
| Pompdruk | max. 2,8 bar |
| Systeemdruk | max. 4,5 bar |
| Nominaal thermisch vermogen (automatische vermogensstanden) | Op diesel Combi D 4 (E): 1 kW – 4 kW Combi D 6 (E): 1 kW – 6 kW Op stroom: Combi D 4 E / Combi D 6 E: 900 W / 1800 W Combinatiestand (op diesel en op stroom): Combi D 4 E: max. 3,9 kW Combi D 6 E: max. 6,9 kW |
| Maximale nominale thermische belasting op diesel: | Combi D 4 (E): 4,4 kW Combi D 6 (E): 6,6 kW |
| Brandstofverbruik | Combi D 4 (E): 0,1 – 0,4 l/h Combi D 6 (E): 0,1 – 0,6 l/h 0,1 l/h bij een gemiddeld afgegeven thermisch vermogen van 1000 W |
| Luchtstroomhoeveelheid met 4 warmeluchtuitlaten max. 287 m³/h | |
| Stroomopname bij 12 V Verwarming + waterreservoir: Waterreservoir verwarmen: | 0,4 – 8,1 A 0,5 A |
| Stroomopname binnen 2 minuten bij in- en uitschakelen (spanningsafhankelijk) | typische continustroom 20 A, stroompieken tot 80 A mogelijk |
| Stroomopname bij 230 V 900 W: 1800 W: | 3,9 A 7,8 A |
| Gewicht Verwarmingstoestel: Verwarmingstoestel met randapparatuur: | Combi D 4 E, Combi D 6 E: 15,6 kg Combi D 4, Combi D 6: 14,8 kg Combi D 4 E, Combi D 6 E: 16,8 kg Combi D 4, Combi D 6: 16,0 kg |
| Typegoedkeuring | E1 122R–00 0232 E1 10R–06 5277 |
Afmetingen
| Maat | Waarde |
|---|---|
| a | 450 mm |
| b | 510 mm |
| c | 300 mm |
