CARAVELAIR CARAVANS GEBRUIKSHANDLEIDING
Trigano VDL – Caravan (Caravelair)
INHOUDSOPGAVE
- ALGEMEEN ADVIES
- Regelgeving
- Brandbeveiliging
- Transport/reparatie
- VOORBEREIDING VOOR VERTREK
- Controles
- Vervanging van de lampen
- Koppeling
- Lading
- Bedieningspaneel
- Inruimen
- PARKEERREM
- RIJDEN
- VERVANGEN VAN EEN WIEL
- TABEL BANDENSPANNING
- LANGDURIG STILSTAAN
- Plaatsing
- Condensvorming
- Winterstalling
- LEIDINGEN
- Gasleiding
- Elektriciteitsleiding
- Waterleiding
- Afvalwatersysteem
- HUISHOUDELIJKE APPARATEN
- Koelkast
- Kookplaat
- Verwarming
- Verwarming en boilers
- Boiler
- GEBRUIK VAN DE ELEMENTEN
- Gateway
- Gate
- Dakramen en bessen
- Meubilair / ligplaatsen
- ONDERHOUD
- Binnen
- Buiten / Luiken
- Afdichting van de caravan
- De remmen
- SERVICE
- Onderdelen, accessoires
- Identificatie van de aanhangwagen
- Belangrijkste Afmetingen
Einde van boekje
1) ALGEMEEN ADVIES
REGELGEVING U moet inlichtingen aan uw dealer verkoper vragen betreffende de reglementaire verplichtingen voor het bezit en het trekken van een caravan, aan de hand van het land waar u woont en verblijft.
In ieder geval: VERGEET NIET UW CARAVAN TE VERZEKEREN.
Het is ten strengste verboden passagiers te vervoeren in de caravan.
BRANDBEVEILIGING Wij raden u aan u toe te rusten met:
- een poederblusser met een inhoud van minstens 1 kg (goedgekeurd en overeenkomstig de norm ISO/DIS 7165) te installeren in de buurt van de voordeur en u bekend te maken met het gebruik hiervan volgens de bepalingen van de fabrikant.
- een branddeken, die vlak bij het keukenblok geplaatst moet worden.
Wij raden u aan om meteen bij uw aankomst of installatie op een camping of vakantieoord kennis te nemen van de instructies of bepalingen betreffende brandbestrijding en van het evacuatieplan. Denk in geval van brand in de eerste plaats aan de veiligheid van de in de caravan aanwezige personen en zorg voor een goede evacuatie op veilige afstand, alvorens de aanwezige alarmmiddelen toe te passen en vervolgens het vuur te bestrijden met de brandblusser of het meest geschikte middel, volgens de bepalingen van brandbestrijding. Indien uw caravan over een rookmelder beschikt, dient u deze volgens de handleiding van de fabrikant te testen en onderhouden.
Het is niet toegestaan:
- brandbare materialen te bewaren in de buurt van warmtebronnen, met name verwarmingstoestellen.
- andere kookapparatuur of draagbare verwarmings-toestellen te gebruiken dan elektrische radiatoren die niet van het type met directe straling zijn, in verband met brand- en verstikkingsgevaar.
TRANSPORT / REPARATIE Bij het transport van de caravan op een platform (vrachtwagen, trein, …) is het onontbeerlijk dat de trailer in de rijrichting geplaatst is. Het is strikt verboden om de caravan met het chassis aan het platform te bevestigen. Zorg ervoor dat de caravan bij het stuwen stevig gestut is en dat de banden goed omsloten zijn. Het is ONONTBEERLIJK dat de dissel goed vastgemaakt is, hetzij met een spanratel, hetzij met een houten wig.
2) VOORBEREIDING VOOR VERTREK
CONTROLEER Voor vertrek moeten de volgende belangrijke controles worden uitgevoerd: Controleer bij aankoop of uw trekhaak geschikt is voor de aankoppelkop van de caravan. (raadpleeg uw verdeler).
Controleer voor elk manoeuvre alle beveiligingselementen anti-opening. Sommige elementen, meer bepaald de dakramen, vereisen de installatie van een anti-openingssysteem bij het transport op een vrachtwagen.
De wielen aandraaien: Controleer de bevestigingsschroeven en draai deze, indien nodig, vast met de hiervoor bedoelde sleutel en vervolgens door een vakman, teneinde het juiste aanspankoppel te bereiken:
- bij ingebruikname
- na 300 km
- na 1.500 km. Deze controles moeten iedere keer na het demonteren van een wiel worden uitgevoerd.
- Bij normaal gebruik: controle iedere 3.000 km of ten minste eenmaal per jaar. Aanhaalkoppel: 110 Nm / 120 Nm.
Bandenspanning Controle voor iedere reis volgens de bijgevoegde tabel bij koude banden.
Banden Controle voor iedere tocht of er geen schade of vervorming aanwezig is die tot risico’s kunnen leiden en indien nodig de banden vervangen.
Nadat u de caravan heeft aangekoppeld:
- Bevestig de veiligheidskabel.
- Verwijder de stabilisators volledig.
- De stabilisatoren volledig naar boven brengen met de hiervoor bestemde slinger.
- Verwijder de opstap en zet deze vast (voor de modellen die hiermee zijn uitgerust).
- Sluit de deur af, controleer een laatste keer of de deuren van de kasten dicht zijn en of de lading goed ligt.
- Sluit en vergrendel de openingen en de dakluiken.
- Trek het neuswiel op, haal het eventueel helemaal weg als er niet voldoende bodemvrijheid is.
- Sluit de stekker van de koppeling aan en controleer of deze goed vast zit.
- Zet de parkeerrem helemaal los.
CONTROLEER DAT DE CARAVAN RIJDT ZONDER WRIJVING BIJ DE WIELEN (zie Onderhoud remsysteem).
CONTROLEER OF ALLE KNIPPERLICHTEN, REMLICHTEN, ENZ. GOED WERKEN.
Voor uw veiligheid en voor een goede wegligging moet u ALTIJD de kogeldruk van uw caravan VERIFIËREN en deze vergelijken met de op pagina 9 vermelde AANBEVOLEN kogeldruk.
DE LAMPEN VERVANGEN, Richting, Toplichten & Zijlichten [Afbeelding van lampen en labels zoals A1, B1, etc.]
MODALITEITEN VOOR VERVANGING VAN LAMPEN OF LEDLAMPEN [Table with merken, referenties, handelingen for LED-lampen and lampen vervanging.]
KOPPELING Controleer van te voren of de trekhaak van het trekkende voertuig geschikt is voor de koppelkop van uw caravan. De volgende aanwijzingen worden gegeven ter informatie. Het is noodzakelijk de speciale documentatie van de fabrikant te lezen (documentatie aanwezig in de caravan of overhandigd door de dealer).
Controleer of de diameter van de bol 50 mm is. (Europese richtlijn 94/20). Dat de verticale zwenking niet groter is dan +/- 25°. Dat de horizontale zwenking niet groter is dan +/- 20°. Dat de afstand van de as van de bol tot bovenaan de arm ten minste 60 mm bedraagt. Dat de afstand van de as van de bol tot de bevestiging van de koppeling ten minste 75 mm bedraagt.
Als de zwenking groter is, wordt functioneren niet meer gegarandeerd.
Het is verboden koppelbal A50-1 te gebruiken en koppelbal verticaal vastgested.
KOPPELKOP – Vergrendeling [Afbeeldingen van koppelkoppen en handelingen.]
LADING Let voor uw veiligheid op een goede verdeling van de lading in uw caravan. Als de lading te veel naar voren of naar achteren helt, heeft dat een slechte wegligging tot gevolg. Let dus op uw veiligheid.
- Laadgebied 1: Aanbevolen voor lichte artikelen (ondergoed, plastic voorwerpen).
- Laadgebied 2: Voor wat zwaardere voorwerpen (voeding, lakens, enz.).
- Laadgebied 3: Zware artikelen zoals voortent, conserven, drank, gereedschap, enz.
Indien uw model over een grote klapdeur beschikt in het achterste gedeelte, zorg dan dat u de laadzones in acht neemt, zie hierboven. De laadcapaciteit mag uitsluitend gebruikt worden bij stilstand, na de pootjes te hebben uitgeklapt. U dient verder de lading zodanig te verdelen dat ieder wiel met hetzelfde gewicht belast wordt. Voor de modellen met keuken en toiletcabine aan de achterzijde moet de lading over de gehele caravan worden verdeeld. Voor de modellen met een bedbank in het voorste deel is het mogelijk het gewicht op de dissel met 10 kg te verminderen door de bank in de bedstand te plaatsen.
Ladingen op het dak zijn verboden m.u.v. hiervoor bestemde voorzieningen en wanneer de laadvoorwaarden (max. 30% van het nuttig vermogen, gelijkmatig verdeeld en met een max. hoogte van 30 cm) in acht genomen worden).
Het is niet toegestaan een fietsendrager op de achterzijde te monteren. M.u.v. opties voorzien door de fabrikant.
Het grensgewicht of de maximaal toelaatbare belasting dient in geen geval te worden overschreden ongeacht de manier van belading.
Het leeggewicht of de lege massa, startklaar, vermeld op de conformiteitsverklaring is bepaald met een toegestane afwijking conform de reglementering.
BEDIENINGSPANEEL Uw caravan kan volgens uw wensen worden uitgerust met een bedieningspaneel.
Bedieningspaneel NE274 Dit paneel laat het volgende toe: De weergave van informatie met betrekking tot het gebruik:
- Elektrische voeding; Sector / batterij van het trekkend voertuig / batterij caravan
- Binnen- en buitentemperatuur
- De verbinding met het trekkend voertuig
- De batterijspanning (indien aanwezig)
- Vulniveau van de tank met zuiver water
De besturing van de functies:
- Pomp van circuit met zuiver water
- Voortentlamp
- Vloerverwarming (indien aanwezig)
- Boiler
Bedieningspaneel NE333 Dit paneel laat het volgende toe: De weergave van informatie met betrekking tot het gebruik:
- Elektrische voeding; Sector / batterij van het trekkend voertuig / batterij caravan
- Binnen- en buitentemperatuur
- De verbinding met het trekkend voertuig
- De spanning van de batterij van het voertuig (indien aangesloten)
- De spanning van de batterij van de caravan (indien aanwezig)
- Vulniveau van de tank met zuiver water
INRUIMEN Om onaangename verrassingen te voorkomen, die zich zelfs na een korte reis kunnen voordoen, raden wij u aan de volgende adviezen op te volgen.
- TAFELS: moeten worden vastgezet in de lage stand (of slaapstand).
- KUSSENS: installeren in de slaapstand.
- KLEPPEN VAN MEUBILAIR: moeten worden ingeklapt. Alle deuren en laden moeten worden gesloten, ramen gesloten en afgesloten evenals de lichtkoepels en ventilatoren. Losse scheidingswanden worden opgevouwen en/of zodanig geplaatst dat ze worden vastgehouden door het daarvoor bestemde mechanisme. Watertanks en gasflessen zijn afgesloten en vastgezet met de daarvoor bestemde middelen. De deur van de koelkast is geblokkeerd in de gesloten stand met behulp van de grendel. In de modellen die zijn uitgerust met een losse opstap, deze goed vastzetten.
ALLE KRANEN EN GASTOESTELLEN SLUITEN
ALLE ELEKTRISCHE APPARATUUR UITZETTEN EN UITSCHAKELEN DIE NIET GESCHIKT ZIJN OM TE FUNCTIONEREN MET DE VOEDING VAN HET TREKKENDE VOERTUIG
ALS UW VOERTUIG IS UITGERUST MET EEN ELEKTRISCH OPSTAPJE, CONTROLEER DAN OF DEZE IN GESLOTEN STAND STAAT VOORDAT U GAAT RIJDEN
3) PARKEERREM
Parkeerremhandgreep met gasveerbekrachtiging: Trek de hendel tot boven het blokkeerpunt. De gasveer zorgt automatisch dat er wordt geremd, onafhankelijk van de bewegingen van de caravan. 1 = ontremde positie 2 = rempositie 3 = ontgrendelknop 4 = gasveer
Parkeerremhendel met remdrukregelaar of veer: Trek de hendel helemaal aan tot de laatste tand van de tandheugel. (de veer is gecomprimeerd als de hendel in de verticale stand staat). 1 = ontremde positie 2 = rempositie 3 = ontgrendelknop 4 = compensatorbak
Voordat de caravan de volledige remkracht bereikt, kan hij nog 25 cm achteruit gaan (hiermee rekening houden bij het parkeren).
Als u de caravan parkeert of stalt de parkeerrem aantrekken. Als de caravan is losgekoppeld van het trekkende voertuig moet hij bovendien voor meer veiligheid met twee stutten worden vastgezet.
4) RIJDEN
Dit verschijnsel kan zich voordoen:
- op wegen met kuilen en bobbels
- op hellende wegen (komt het meest voor) vooral in combinatie met een slecht aan de voertuigcombinatie aangepaste snelheid.
Het optreden van dit verschijnsel kan worden vertraagd of zelfs worden voorkomen:
- door de banden van het trekkende voertuig 0,3 tot 0,4 bar (koud gemeten) te hard op te pompen.
- door te zorgen dat de schokbrekers van het trekkende voertuig in uitstekende staat zijn.
- door te rijden met een aan uw voertuigcombinatie aangepaste snelheid.
- door het trekkende voertuig of de caravan uit te rusten met een slingerbedwinger.
- door alle adviezen met betrekking tot lading en controles op te volgen.
Controleer de bandenspanning van de banden van de caravan, en of de lading goed verdeeld is. Aarzel niet onderweg te stoppen om de lading te veranderen door het gewicht op de disselboom te verhogen als u merkt dat de achterzijde van uw auto begint te slingeren (zie tabel «BANDENSPANNING»).
ENKELE AANBEVELINGEN Verlies ten eerste nooit uit het oog dat uw auto met een caravan erachter niet hetzelfde acceleratievermogen heeft als zonder caravan. U kunt dus met een voertuigcombinatie, een trekkend voertuig en een caravan, niet met een «sportieve» stijl rijden. Als uw trekkend voertuig een van of een terreinwagen is, is de achterwielophanging minder soepel. Daarom zult u rustiger moeten rijden om schade te voorkomen. U moet ook uw rijstijl aanpassen op ruw terrein. Er moet speciale aandacht worden besteed aan de hoogte van de trekhaak ten opzichte van de koppeling met de caravan. De caravan moet zo horizontaal mogelijk zijn om het «zakken» tijdens het rijden te voorkomen.
- Bewaar een reserve aan kracht om de konvooiuitlijning te herstellen in het geval dat de achterkant van de auto drijft (belasting in haarspeldbochten).
- het trekvoertuig moet altijd kunnen trekken, de caravan mag de auto nooit “duwen”.
- Ga voordat u aan een afdaling begint langzamer rijden en gebruik dezelfde versnelling als voor een gelijkwaardige stijging. Bij het nemen van een helling kan de koppeling over de grond schuren, afhankelijk van de schuinte, rijd dan voorzichtig en houd dit punt in de gaten.
Achteruit rijden: Tijdens het achteruit rijden wordt het remsysteem uitgeschakeld, zodat u kunt manoeuvreren zonder hier aan te komen. Zorg dat u trekt, met name bij het beklimmen van een helling om het remsysteem weer in te schakelen.
Nota: Begin altijd met achteruit rijden met het trekkende voertuig en de caravan recht achter elkaar en op een hechtende de ondergrond, teneinde het uitschakelen van het remsysteem te vereenvoudigen.
Lees voordat u de weg op gaat aandachtig deze aanbevelingen. Zij zijn het resultaat van onze ervaring en kunnen u helpen bepaalde vergissingen bij het trekken van een caravan te voorkomen.
- Neem bochten altijd ruimer dan u gewend bent.
- Blijf goed rechts rijden als u wordt ingehaald.
- Als u zelfs inhaalt, let dan op luchtaanzuiging.
- Houd altijd aanzienlijk afstand.
- Rijd langzaam en schakel terug op wegen in slechte staat of op hellingen.
- Bewaar een reserve aan kracht om de konvooiuitlijning te herstellen in het geval dat de achterkant van de auto drijft (belasting in haarspeldbochten).
- Als u achter een andere voertuigcombinatie (of een vrachtwagen) rijdt, houd dan de door de verkeerswet voorgeschreven afstand (50 m).
De wegligging van uw voertuigcombinatie hangt af van het trekkende voertuig, de lading, de rijomstandigheden (wind, toestand van de weg, helling, enz.), de snelheid en andere factoren. Het is niet eenvoudig om adviezen te geven die van toepassing zijn op alle modellen voertuigen die een caravan kunnen trekken.
Wij waarschuwen voor het verschijnsel «slingeren». Dit houdt in dat de achterzijde van het trekkende voertuig heen en weer gaat, wat zeer onaangenaam is en wat in bepaalde omstandigheden verontrustend kan worden voor een onervaren bestuurder of zelfs gevaarlijk als deze niet goed op de situatie kan anticiperen of reageren.
GA NIET OP ONDOORDACHTE WIJZE OP IEDERE SOORT WEG RIJDEN. RIJD VOORZICHTIG. PAS UW SNELHEID VOORTDUREND AAN DE VERKEERSOMSTANDIGHEDEN AAN.
[Afbeeldingen van parkeerrem.]
5) VERVANGEN VAN EEN WIEL
Niemand kan een lekke band voorkomen. Schaf dus voor vertrek bij uw dealer een krik en een reservewiel aan. Zet de voertuigcombinatie bij een lekke band zo mogelijk naast het wegdek op een vlak terrein. Zet uw alarmlichten aan en/of plaats de gevarendriehoek zoals dat hoort. Om een wiel te verwisselen hoeft u de caravan niet af te koppelen.
Een wiel demonteren A) trek voor de veiligheid de handrem van de caravan en die van het trekkende voertuig aan. B) plaats de krik onder de langsligger, achter de as, en krik deze op tot hij de langsligger raakt. C) draai de wielmoeren los en krik de caravan op zodat het wiel een paar centimeter van de grond af komt. D) draai de wielmoeren helemaal los en verwijder het wiel.
DE STABILISATOREN NIET GEBRUIKEN OM DE CARAVAN OP TE TILLEN
Alle elementen betrekking hebbend op het rijden (wiel, band, chassis, trekhaak, langsligger, enz…) moeten verplicht door identieke onderdelen en door het merk erkende vakmensen vervangen worden. Bij vervanging van de banden moeten de banden van dezelfde as van hetzelfde merk, model, structuur, profiel en slijtage zijn. Als uw voertuig uitgerust is met een reservewiel mag het alleen tijdelijk gebruikt worden met een trage snelheid.
Een wiel monteren U moet de hiervoor bedoelde bevestigingen gebruiken en controleren of de contactoppervlakken van het wiel en van de bevestigingselementen schoon zijn. A) zet het wiel op de trommel en houd rekening met de juiste stand (centrering). B) draai de wielmoeren regelmatig aan om het wiel contact te laten maken en draai ze vervolgens aan zonder ze te blokkeren. C) breng de krik naar beneden en verwijder hem. D) blokkeer de wielmoeren en controleer het aanhaalkoppel.
WIJ RADEN U AAN NA 30 à 50 km TE CONTROLEREN OF DE WIELMOEREN GOED VASTZITTEN.
Kijk bovendien in het hoofdstuk VOORBEREIDING VOOR VERTREK paragraaf CONTROLE / De wielen vastdraaien
6) TABEL BANDENSPANNING / GEWICHT OP DISSELBOOM
NL
| Afmetingen van de banden | Type velg | Breedte velg | Maximale belasting oppompen | Banden spanning | Aanbevolen gewicht op disselboom |
|---|---|---|---|---|---|
| 175R14C 99Q | Plaatijzer | 5.5″ | 1550 Kg | 4,50 bars | 60/70 kg |
| 185/70R14 88T | Plaatijzer | 5.5″ | 1120 kg | 2,50 bars | 60/70 kg |
| 185/70R14 88T | Alu. | 6” | 1120 kg | 2,50 bars | 60/70 kg |
| 185R14C 104N | Plaatijzer | 5.5″ | 1800 Kg | 4,50 bars | 65/70 kg |
| 185R14C 104N | Alu. | 6” | 1800 Kg | 4,50 bars | 65/70 kg |
| 185/70R13 93N | Alu. | 5” | 1200 kg | 3 bars | 65/70 kg |
| 185/70R13 93N | Plaatijzer | 4”1/2 | 1200 kg | 3 bars | 65/70 kg |
7) LANGDURIG STILSTAAN
PLAATSING Trek de handrem aan, zet het neuswiel op de grond, verwijder de handrembreekkabel, haal de stekker uit het stopcontact en maak de koppelkop vrij met behulp van het neuswiel voordat u het trekkende voertuig verplaatst. Zet de caravan met de hand op de juiste plaats en stabiliseer hem met de stabilisatoren. Op zachte grond wordt aanbevolen een plankje onder iedere stabilisator te plaatsen. De wielen moeten altijd contact met de grond blijven houden. De stabilisatoren mogen in geen geval, zelfs niet kort, gebruikt worden om de wielen te tillen. Het plaatsen van de pootjes bestaat uit het met de grond in contact brengen van het blok en vervolgens met de slinger een extra slag maken tot het MAXIMUM.
U kunt een voortent installeren (die uw dealer u kan aanraden) voor meer comfort, dankzij een voor dat doel aanwezige rail. Wij raden u aan de bij de voortent meegeleverde veiligheids- en montage-instructies in acht te nemen. In geval van een uitlaat van rookgassen (koelkast, boiler, enz…) in de voortent moet u voor uw veiligheid zorgen voor een goede ventilatie.
CONDENSVORMING De omvang van dit probleem is bekend bij de ervaren kampeerders, bijzonder bij degenen die hun caravan gebruiken om naar de wintersport te gaan, of bij permanente gebruikers. In een goed geïsoleerde caravan kan het punt waarop condensvorming optreedt zich later voordoen, maar het verschijnsel verdwijnt niet helemaal. De ademhaling van de bewoners, de verbranding van gas en het koken van voedingsmiddelen produceren waterdamp. Welnu, een vastgesteld luchtvolume absorbeert bij een gegeven temperatuur slechts een beperkte hoeveelheid damp. Een plaatselijke verlaging van de temperatuur, bijvoorbeeld op de ramen, vermindert dit absorptievermogen en veroorzaakt druipen op de koude wand: dit noemen we condensvorming. Om deze condensvorming te verminderen, vooral in de winter of als de caravan onregelmatig wordt gebruikt, moet een aantal voorzorgsmaatregelen worden genomen:
- de caravan voordat u gaat koken of onder de douche gaat op temperatuur brengen om condensvorming op koude wanden te voorkomen. Om schade in verband met condensatie te voorkomen, raden we aan om de kussens en rugleuningen te bedekken (risico luchtmenging te verminderen). De ventilatieopeningen bevinden zich onder de koelkast, onder de meubelelementen met een «antiblokkeer»- beveiliging.
- de hoge en lage ventilatieopeningen zorgen voor een normale verversing van de lucht. Bij het gebruik van kookapparatuur niet aarzelen om extra ventilatie te veroorzaken, door bijvoorbeeld een raam te openen. Het comfort is het resultaat van een harmonieus EVENWICHT tussen LUCHTVERVERSING en VENTILATIE, zonder onaangename tocht.
- De VEILIGHEID wordt verzekerd door een goede luchtverversing waardoor: a) de AFVOER van door de bewoners en kookapparatuur geproduceerd koolzuurgas en kooldioxide mogelijk is. b) de voor de ademhaling nodige zuurstof wordt VERNIEUWD.
DE PERMANENTE LUCHTVERVERSINGSINSTALLATIES NOOIT AFSLUITEN MAAK REGELMATIG DE ROOSTERS SCHOON (minstens 1 keer per jaar) GEEN VOCHTIGE KLEDING BEWAREN
WINTERSTALLING Als u niet beschikt over een afgesloten ruimte om uw caravan in de winter te stallen en u er niet mee naar de wintersport gaat, raden wij u aan de volgende handelingen uit te voeren:
- verwijder de kussens, de matrassen en andere voorwerpen of apparaten die niet tegen vocht kunnen.
- laat de deur van de koelkast open en tap de waterleidingen zorgvuldig af. (zie hoofdstuk Circuits)
- het is raadzaam in de winter uw caravan bij droog weer te luchten. Als u uw caravan in een droge en geventileerde ruimte stalt, laat dan deur en ramen open. Indien de caravan in een vochtige ruimte staat gestald, verdient het aanbeveling één of meer droogtoestellen te gebruiken. Als u met de caravan naar de wintersport gaat, raden wij u aan regelmatig de sneeuw van het dak te halen. Het is aan te raden de caravan enigszins naar achteren te laten hellen met behulp van de pootjes om het wegstromen van neerslag te bevorderen.
PROFITEER VAN DEZE PERIODE OM UW CARAVAN TE LATEN NAZIEN De carrosserie en het chassis van uw caravan moeten regelmatig schoongemaakt worden.
8) LEIDINGEN
GASLEIDING Uw caravan is uitgerust met een leiding voor propaangas waarbij de gasfles in de disselkast is geplaatst. Deze leiding voedt de kookplaat, de koelkast, de verwarming, de boiler en de oven, afhankelijk van de uitrusting van uw caravan.
De afmetingen van de gastanks moeten in de houder passen (een diameter van 200 tot 240 mm en van 280 tot 320 mm), met een min. hoogte van 310 mm en een max. hoogte van 580 mm. Indien de tanks andere afmetingen hebben, moet u voor een passende houder en bevestigingsmiddelen zorgen, waarmee de luchtroosters niet worden verstopt, de toegang tot de sluitkleppen niet verhinderd wordt en in geen geval de koppelstukken beschadigd kunnen worden.
Bij de keuze van uw reservoir voor vloeibaar petroleumgas, moet u erop letten dat de installatie met gastontspanners zich boven het niveau van de aftapkraan van het reservoir bevindt.
De gasflessen moeten op de door de fabrikant aangegeven plaatsen neergezet worden. Het is niet toegestaan andere aansluitmiddelen te gebruiken dan die door de fabrikant aangewezen zijn.
Het is niet toegestaan de gaskringen te wijzigen, te laten wijzigen of wijzigingen hieraan toe te laten, behalve wanneer de fabrikant hiervoor toestemming heeft gegeven en deze wijziging wordt uitgevoerd door een erkende installateur. Met name het vervangen van de door de fabrikant voorziene reduceerklep door een ander type/andere druk of ander debiet.
Het is niet toegestaan op gas werkende apparaten te gebruiken die met een andere druk dan door de fabrikant voorzien werken.
Wij raden u aan regelmatig (iedere keer dat u de gastank vervangt en minstens één keer per jaar) de slangen na te kijken en ze te vervangen in geval van bes.
Wij raden u aan de gasslangen niet los te laten hangen of open te laten, teneinde het binnendringen van vuil of insecten te vermijden.
Indien u gas ruikt, moet u ONMIDDELLIJK de gastoevoer ter hoogte van de tank afsluiten. Doof alle vlammen en open vuur, met inbegrip van sigaretten en pijpen. Doe de elektriciteitsschakelaar niet aan. Open alle deuren en ramen om het gas te verwijderen.
Butaan-/propaangas is zwaarder dan de lucht, zodat lekkend gas op het niveau van de grond blijft hangen. Dankzij de misselijk makende geur van gas is het mogelijk na te gaan waar het lek zit. Controleer of het lek niet uit een niet ingeschakeld apparaat komt.
Nimmer een lekkage met behulp van een vlam zoeken. Gebruik een spray of zeepwater voor het opsporen van lekkages.
VOEDING 1 FLES:
- schroef de voedingswissel op de fles en open de afsluiter.
- open de bijbehorende kraan van de multi-afsluiter.
- open de knoppen van ieder apparaat en kijk of ze werken
VOEDING 2 FLESSEN:
- schroef de 2 voedingswissels op de flessen en open de afsluiters van de 2 flessen (de pijl van de omzetinrichting geeft aan welke fles in gebruik is).
- bedien in de caravan de reduceerafsluiter / het ontkoppelingsmechanisme en vervolg de handelingen op dezelfde wijze
ZOEK DE AFSLUITERKRANEN
De reserve-indicator:
- Groen lampje: de fles in gebruik is die waar de pijl van de omzetinrichting naartoe wijst
- Rood lampje: fles aan de kant van de pijl is leeg, de tweede fles is in gebruik. Sluit voor uw veiligheid de kranen van de multi-afsluiter na ieder gebruik.
Tijdens de keuze van de LPG-tank en u dient erop te letten dat de installatie van de gasexpansie zich boven het niveau van de tapkraan van de tank bevindt.
SLUIT TIJDENS HET RIJDEN DE KRANEN VAN DE LEIDINGEN EVENALS DE AFSLUITERS VAN DE GASFLESSEN.
LAAT DE GASINSTALLATIE VAN UW CARAVAN IEDERE 2 JAAR CONTROLEREN DOOR EEN SPECIALIST.
ELEKTRICITEITSLEIDING Uw caravan is uitgerust met een transformator 230/12 V volgens de veiligheidsnormen. De voeding vindt plaats hetzij via de 12 V leiding van het trekkende voertuig, hetzij via een aansluiting op het elektriciteitsnet.
De elektriciteit tussen het trekkende voertuig en de caravan moet uitgeschakeld worden alvorens:
- een voeding van zeer lage spanning op de caravan aan te sluiten
- de accu van de caravan op te laden, indien uw model hiermee is uitgerust.
De netwerkverbindingskabel moet: a) een stopcontact hebben in overeenstemming met EN 60309-2 (netwerk) b) een flexibele kabel bezitten in overeenstemming met code H07RN-F (Technische Unie Elektriciteit) of een equivalent met een lengte van maximaal 25 meter. Deze moet een beschermende geleider bevatten met een identificatiekleur in overeenstemming met HD 60364-5-51. Een minimale doorsnede van de draad bezitten van 2,5 mm² c) een stekker bezitten die compatibel is met de voetplaat die op het voertuig is gemonteerd.
Teneinde het risico van verwarming van het verlengsnoer van de elektrische aansluiting te voorkomen, is het van harte aan te bevelen dit volledig uit te rollen (de kabel niet opgerold op de haspel laten).
Uw voertuig kan zijn uitgerust met een afschakelingsvoorziening. Deze voorziening beperkt het verbruik van 230V-stroom tot 3000 watt. Als uw verbruik meer dan 3000 watt bedraagt, klinkt er gedurende 10 seconden een geluidssignaal. Daarna wordt alleen het prioritaire circuit (verwarming en verlichting) gedurende 120 seconden van stroom voorzien. Na die 120 seconden worden alle circuits weer van stroom voorzien. Als u geen verbruikers hebt uitgeschakeld om het verbruik te verlagen, klinkt het alarm opnieuw
[Afbeelding van paneel met Boiler, Kookplaat, Koelkast, Verwarming, Position MAXI UNTEN, etc.]
Indien uw model is voorzien van een accu, Het gebruik en het onderhoud van de accu en de acculader moeten absoluut beantwoorden aan de voorschriften van de fabrikant. Tijdens het vervangen van de accu moet u alle apparaten uitschakelen en alle lampen uitdoen, alvorens de accu aan te sluiten. Het is verboden om tijdens deze handeling in de buurt te roken.
De vervangende accu moet overeenkomen met de door de fabrikant aangewezen accu (ontwerp, afmetingen, capaciteit…)
Voeding 12V auto: Sluit de stekker van de caravan aan op het contactpunt van de auto. Vermijd het gebruik van de koelkast op 12 v wanneer de motor van de auto is gestopt. Gebruik de koelkast niet op 12 v als de motor van de auto niet draait. controleer regelmatig de goede staat van de batterij en van de wisselstroomdynamo van uw wagen.
Voeding per transformator: De voeding vindt plaats door aansluiting op het elektriciteitsnet met een genormaliseerde 230 V EEG stekker aan de zijkant van de caravan. De leiding wordt beschermd door een beveiligingsschakelaar van 13 A. De koelkast en de stopcontacten worden gevoed met 230 V. u moet de werking van de differentieelschakelaar regelmatig controleren. Hiervoor dient u, terwijl u verbonden bent met het netwerk, minstens eenmaal per kwartaal op de testknop drukken, de hendel moet vallen. Zet het weer in elkaar om de werking daarna te garanderen. Ontkoppel of ontkoppel uw gevoelige apparatuur (computers, …). Een etiket herinnert aan deze beveiligingsplicht. Raadpleeg in geval van anomalie uw dealer / verkoper.
WATERLEIDING Uw caravan kan worden uitgerust met:
- een onder water staande elektrische pomp 12 V die in de jerrycan of het schoonwaterreservoir werkt. De pomp wordt met 12 V gevoed hetzij door de transformator, als deze is aangesloten op het elektriciteitsnet, hetzij door de accu van het trekkende voertuig. De pomp wordt in werking gesteld door een contact bij het openen van de kraan.
- een vaste elektrische pomp 12 V die naast het reservoir werkt. De voeding is gelijk aan die van de ondergedompelde pomp. De pomp wordt ingeschakeld door een verlaging van de druk in de leiding.
LAAT DE POMP NOOIT ZONDER WATER WERKEN, HIERDOOR KAN HIJ BESCHADIGEN
- een aansluiting op het waternet van de stad Om een aansluiting op het waternet te kunnen maken, moet u:
- Voordat u de aansluiting verzorgt, controleren of alle kranen dicht zijn.
- De aansluiting maken met de stekker onder de vloer.
- De kraan of kranen geleidelijk aan openen om de lucht te laten ontsnappen en waterslag te voorkomen.
Dit type aansluiting wordt beschermd door een drukbegrenzer
Zorgvuldig alle leidingen aftappen als de caravan voor langere tijd niet wordt gebruikt.
De aansluitslangen voor schoon water en afvalwater niet los laten hangen of open laten, teneinde het binnendringen van vuil of insecten te vermijden. (De afsluiters van de afvoerleidingen en alle kranen openen en controleren of de toevoer- en afvoerleidingen vrij zijn (niet geknikt of geplet). Bij het afwateren de caravan meer of minder doen hellen om de laatste resten te doen weglopen. Laat de kranen en afsluiters in geopende stand staan.)
Het water in het netwerk, het reservoir en de boiler is niet geschikt voor consumptie.
AFVALWATERSYSTEEM Uw caravan is voorzien van gegroepeerde of nietgegroepeerde afwateringen om het afvalwater te evacueren. Het is essentieel voor uw comfort, maar ook uit respect voor de anderen, dat u op uw locatie één of meerdere vuilwatertanks aansluit op deze afwateringen. In geval van groepering van de afwateringen is de uitlaat geplaatst aan de achterkant van de aanhangwagen.
9) HUISHOUDELIJKE APPARATEN
ALGEMEEN Uw caravan kan zijn voorzien van een koelkast, een kookplaat, verwarming, een netwerk voor gestuwde lucht, een boiler, een chemisch toilet met cassette, een afzuigkap, enz. De volgende aanwijzingen worden ter informatie gegeven, het is noodzakelijk de speciale documentatie van de fabrikant te lezen (documentatie aanwezig in de caravan of overhandigd door de dealer). De gebruiker moet ervoor zorgen dat de verschillende apparaten worden gebruikt in de meest veilige omstandigheden en met naleving van de voorzorgsmaatregelen van de fabrikant van deze apparaten.
Een apparaat op gas nooit laten werken tijdens de reis of in de buurt van een benzinestation.
KOELKAST Afhankelijk van het model dat u heeft gekozen kunt u een: Compressiekoelkast hebben, kolom of lade, dat wil zeggen een koelkast identiek aan de koelkast bij u thuis die u op dezelfde manier kunt onderhouden en verzorgen. Deze koelkast werkt op 12 V of 230 V.
Absorptiekoelkast hebben die op 12 V, 230 V of op gas kan werken. Deze koelkast wordt in de meeste caravans geplaatst. Wij raden u aan om de koelkast voor gebruik van binnen te reinigen met een zachte doek en lauw water. Bij 12V fungeert de koelkast als conserveermiddel (niet voor de productie van kou).
Geen schade aan het apparaat te veroorzaken.
- Gebruik geen zeep of bijtend, korrelig of sodahoudend reinigingsmiddel.
- Zorg ervoor dat naad van de deur niet in contact komt met olie of vet.
Deze koelkast maakt geen lawaai. Bij ingebruikname kan er een vreemde geur vrijkomen, deze verdwijnt na een paar uur. Zorg ervoor de caravan goed te luchten.
De koelkast kan werken op hetzij elektriciteit van 12V/24V hetzij op het elektriciteitsnet van 230V hetzij op vloeibaar gas. U kunt de energiebron kiezen met de daarvoor bestemde schakelaar. Gebruik slechts één energiebron tegelijk. Stel de temperatuur in met de draaiknop.
Voeding van 12 V Laat de koelkast hoofdzakelijk op het 12 V-netwerk werken als de motor van het trekkende voertuig draait. Zet de keuzeschakelaar op de goede stand. De koelkast werkt zonder thermostaatregeling (staat permanent aan).
Voeding 230 V (elektriciteitsnet) Zet de keuzeschakelaar op de goede stand. Stel de bedrijfstemperatuur in met de draaiknop.
Voeding op gas (alleen propaan) Open de afsluiter van de gasfles. Open de gaskraan. Ga te werk volgens de hieronder staande instructies:
- Zet de keuzeschakelaar op de gasstand.
- Draai de draaiknop op de maximale stand.
- Druk op de draaischakelaar of de veiligheidsknop.
- Druk met tussenpozen van 1 à 2 seconden op de piezoaansteekknop.
- Zorg ervoor dat de vlam zichtbaar is door het kijkglas (gelegen binnenin links beneden) of dat het indicatielampje van de vlam zich in de groene zone bevindt.
- Houd de draaischakelaar of de veiligheidsknop ingedrukt gedurende 10 tot 15 seconden, en laat hem dan los.
- Controleer door het kijkglas of de vlam brandt of dat het indicatielampje van de vlam zich in de groene zone bevindt.
Als de vlam uitgaat, herhaal de operatie door de draaischakelaar of de veiligheidsknop langer ingedrukt te houden.
- Stel de temperatuur in met de draaiknop.
Bij automatische ontsteking hoeft de piezo niet meer gebruikt te worden.
Alle koelkasten zijn uitgerust met een beveiliging die automatisch de gastoevoer na ongeveer 30 seconden stopt als de vlam uitgaat.
Bij het eerste gebruik of als een nieuwe gasfles wordt aangesloten, kan er lucht in de gasleidingen zitten. Om ze te ontluchten herhaalt u de ontstekingsprocedure totdat de vlam blijft branden.
Denk eraan uw koelkast regelmatig te ontdooien voor een betere werking. Verwijder het laagje ijs nooit met gereedschap (gevaar voor doorboring) of met een verwarmingselement. Het dooiwater wordt opgevangen in een bak aan de achterzijde van de koelkast vlak bij de brander waardoor het water kan verdampen.
Voorzorgsmaatregelen bij het bewaren van voedingsmiddelen:
- Voedingsmiddelen altijd bewaren in gesloten bakjes, van aluminium of anderszins.
- Nooit warme voedingsmiddelen in de koelkast zetten, ze eerst laten afkoelen.
- Geen voedingsmiddelen bewaren waaruit vluchtige en ontvlambare gassen kunnen vrijkomen. Koelkasten zijn niet geschikt voor het invriezen van voedingsmiddelen.
Voor uw voedingshygiëne regelmatig het goed functioneren van uw koelkast controleren. Indien u twijfelt (temperatuur boven de 4 °C) bestaat het risico dat de voedingsmiddelen onvoldoende geconserveerd zijn.
De koelkast uit zetten Als u van plan bent uw koelkast meer dan een week niet te gebruiken : sluit de afsluiter van de gasfles, sluit de gaskraan, zet de keuzeschakelaar voor de energiebron op stop, zet de draaiknop op de laagste stand en laat de deur van de koelkast op een kier staan (zet hem vast zodat hij niet sluit).
U kunt, als uw caravan hiermee is uitgerust, winterbescherming aanbrengen op de luchtroosters aan de buitenkant als de caravan stil staat of als de temperatuur lager is dan 8°C.
Controleer of tijdens het opnieuw starten er geen voorwerpen geheel of gedeeltelijk de ventilatiemogelijkheden van de koelkast verstoppen. Dit kan schadelijk zijn voor het functioneren van de koelkast.
Reinig vóór elke ingebruikname grondig het interieur van de koelkast, en schakel ze leeg in met de voeding van 230V, zodat de koude optimaal is bij uw vertrek.
KOOKPLAAT Afhankelijk van uw uitrusting kunt u een inductiekookplaat hebben of een kookplaat die op gas werkt (alleen propaangas).
Inductieplaat Gebruik alleen pannen die bestemd zijn voor een inductieplaat. Wacht tot de plaat volledig is afgekoeld voordat u er een voorwerp op legt.
Kookplaat op gas Ingebruikstelling, de branders aansteken Open de afsluiter van de gasfles. Open de gaskraan. Ga te werk volgens de hieronder staande instructies.
ER MOGEN GEEN PANNEN OF ANDERE-VOORWERPEN OP DE BRANDERS STAAN ALS U DE KOOKPLAAT AAN ZET.
- Kies de bij die brander horende knop.
- Draai de knop naar het teken voor aansteken.
- Druk de draaiknop in.
- Tegelijkertijd zet u de brander aan met een lucifer of een gasontsteker.
- Controleer of de vlam brandt.
- Houd de draaiknop nog ongeveer 10 à 15 seconden ingedrukt, laat hem dan los.
- Kijk of de vlam nog brandt. Als de vlam is uitgegaan, herhaal dan alle handelingen en houd de draaiknop langer ingedrukt.
- Stel de sterkte van de brander af.
Alle kookplaten zijn uitgerust met een beveiliging die automatisch de gastoevoer na ongeveer 30 seconden stopt als de vlam uitgaat.
Bij het eerste gebruik of als een nieuwe gasfles wordt aangesloten, kan er lucht in de gasleidingen zitten. Om ze te ontluchten herhaalt u de ontstekingsprocedure totdat de vlam blijft branden.
Het is verboden de kookplaat als warmtebron te gebruiken. Het is om veiligheidsredenen verboden deze te gebruiken zonder dat er een pan op staat, en de branders zouden erdoor kunnen beschadigen (de brander kan smelten, het rooster kan beschadigen, enz.). Het is verboden de branders te laten branden met de beschermende deksel of met de vlamkering erop. Het onderhoud is hetzelfde als voor een gewone kookplaat. Reinig de kookplaat regelmatig zonder een agressief middel te gebruiken.
VERWARMING Onze caravans kunnen worden uitgerust met:
- Verwarming op gas: TRUMATIC S2200 / S3004P / S5004 / VARIHEAT
- Op gas en elektriciteit: WEBASTO WHALE
- Op elektriciteit: Elektrische radiator TRUMA Ultraheat VLOERVERWARMING (extra comfort) Of een verwarming/boiler-combinatie: COMBI 6 E.
[Afbeeldingen van TRUMATIC S2200, TRUMATIC S3004P / S5004.]
Bij toestel met blaaslucht a = regelknop b = selectie A = automatisch O = STOP M = manueel V = versnelde niveau
VARIHEAT a = regelknop b = selectie c = selectie vermogen d = STOP e = ventilatievermogen
Tijdens hun gebruik wordt het oppervlak van verwarmingstoestellen zeer heet, de meegeleverde veiligheidsschermen bieden geen volledige bescherming tegen brandwonden bij jonge kinderen of oudere personen.
De warmteafgifte van de verwarming mag in geen geval gehinderd worden. Daarom in geen geval bijv. textiel te drogen hangen voor de verwarming. Hierdoor kan uw verwarming door oververhitting zwaar beschadigen. Geen brandbare voorwerpen in de buurt van de verwarming houden! Dit alles in verband met uw veiligheid.
De thermostaat afstellen De thermostaat moet worden afgesteld afhankelijk van de persoonlijke behoefte en het type caravan. De temperatuurdetector bevindt zich onder aan de verwarming. Tocht door ventileren, een spleet in de deur, enz. of een langharig tapijt kunnen de thermostaat beïnvloeden. Dergelijke storende factoren moeten worden uitgeschakeld om een bevredigende afstelling van de temperatuur te verkrijgen. Voor een temperatuur van 22°C wordt stand 3 à 5 aanbevolen zonder gestuwde lucht en 4 à 8 met gestuwde lucht.
Stoppen Zet de regelknop op «0» en sluit de gaskraan en de afsluiter van de fles.
Batterijen verwisselen Vervang de batterijen pas als de verwarming uit is. Haal de behuizing van de verwarming. Gebruik alleen Mignon batterijen, waterdicht en bestand tegen warmte (+70°C) (LR6, AA, AM3). Andere batterijen kunnen storingen veroorzaken in het functioneren.
Ondanks de zorg die de fabrikant aan deze verwarming heeft besteed tijdens de productie kunnen er scherpe randen aan zitten. U moet daarom bij onderhoud of reinigen handschoenen dragen.
Trek de behuizing van bovenaf naar u toe, druk aan de zijkanten de sluitveren naar boven en klap de behuizing naar voren.
De verwarming op gas en elektriciteit WEBASTO WHALE Raadpleeg voor het gasgedeelte de instructies van «De verwarming op gas».
De verspreiding van de verwarmde lucht gebeurt via een circuit met openingen; het is absoluut verplicht dat er permanent een opening geopend is.
Het selecteren van de energie en het vermogen gebeurt via een bedieningsknop. Een knop dient om de temperatuur aan te passen. [Afbeelding met a) LED-werking, b) elektrisch vermogen 500/1000/2000W, etc.]
De verwarming op elektriciteit Gewone elektrische radiator met gebruiksinstructies, gewone werking en onderhoud.
Radiator Truma Ultraheat Truma Ultraheat is een 230 V elektrische hulpverwarming voor de generatorgasverwarmingen Trumatic. Wordt tegelijkertijd met gas en elektriciteit verwarmd, dan schakelt het elektro-element uit vôôr een mogelijke oververhitting door de sterkere gasbrander.
De verwarming Ultraheat is verbonden met een ventilator Trumavent. Wij raden u aan om voor een verwarmingsvermogen van 2000 W op «3» in te stellen. [Afbeelding met a = schakelaar «Stop», b = schakelaar «Aan» 500 – 1000 – 2000W, c = bedieningsknop voor Omgevingstemperatuur.]
Gestuwde lucht In de automatische stand past de kracht zich voortdurend aan de warmteafgifte van de verwarming aan. De verdeling van warme lucht wordt verzorgd door leidingen die door het interieur van uw caravan lopen. Openingen met kleppen zorgen voor een betere verdeling. Aan de achterzijde van de ventilator zorgt een klep voor de verdeling van de kracht tussen de twee uitgangen.
Als de hoeveelheid lucht minder wordt of als de ventilator meer geluid gaat maken kan vervuiling van de rotor van de ventilator de oorzaak zijn. Wij raden aan de ventilator ten minste een maal per jaar te reinigen en de wisselaar met een penseel voorzichtig stofvrij te maken.
Alvorens welk onderhoud dan ook uit te voeren eerst de stekker van de ventilator uit het stopcontact trekken.
afhankelijk van de installatie is er een vensterschakelaar aanwezig. Deze schakelaar wordt geïnstalleerd voor uw veiligheid en om de goede werking van het toestel te waarborgen. De werking regelmatig en tenminste bij elk begin van gebruik van de caravan te controleren.
BOILER Onze caravans kan worden uitgerust met een boiler met; Op elektriciteit: TRUMA THERME TRUMA BOILER EL Op gas en elektriciteit: TRUMA BOILER BGE
De boiler nooit aanzetten als er geen water in zit! Als u uw caravan niet gebruikt, vergeet dan niet de boiler uit te zetten en te legen als er kans op vorst is.
Gewone handelingen Ingebruikname: Vul het reservoir door een kraan te openen om de pomp in werking te stellen, wacht tot het water uit de kraan komt. Als er verschillende watertoevoerpunten zijn deze handeling herhalen. Als u wilt dat de boiler op elektriciteit werkt, schakelt u de betreffende schakelaar in.
Legen: De aanwijzingen van de fabrikant opvolgen en die uit het hoofdstuk WATERCIRCUIT.
De boiler op elektriciteit TRUMA THERME Het water in de Truma-Therme wordt verwarmd hetzij door de warme lucht van het verwarmingssysteem, hetzij door een dompelaar die werkt op 230 V. De dompelaar is afgesteld. De Truma-Therme kan zonder druk functioneren (maximaal 1,2 bar). De romp van de Truma-Therme is van plastic, het water dat er in zit, is niet drinkbaar.
Werking: De schakelaar instellen op: Het controlelampje geeft aan dat het apparaat in bedrijf is. De water-temperatuur wordt met behulp van een thermostaat op 65 °C gebracht en gehouden.
TRUMA BOILER EL / BGE De boiler vullen Controleer of de koudwatertoevoerleiding van de veiligheids-/ aftapkraan gesloten is: zet de hendel horizontaal, stand (a or e).
Mogelijkheid tot 2 soorten opdrachten volgens de uitrusting. Geïntegreerd in de verwarming (Trumatic) a = vermogenselectie b = modusselectie A = automatisch O = STOP M = manueel V = versneld
In combinatie met de knop Ultraheat a = vermogenselectie b = stop c = aan
VLOERVERWARMING (extra comfort) Deze apparatuur verplicht een stroomvoorziening via het 230 Volt-netwerk. De inwerkingstelling wordt uitgevoerd door een schakelaar met geel lampje. Als het lampje niet gaat branden, controleert u de aansluiting van de 48 volt-transformatoraansluiting. Deze apparatuur is zelfregulerend en kan niet worden afgesteld.
VERWARMING EN BOILER De verwarming is een boiler COMBI 6E op gas. Dezelfde aanbevelingen voor het gebruik van gas moeten worden gerespecteerd (zie hierboven). Ook de aanbevelingen voor de werking van de boiler moeten worden gerespecteerd (zie hieronder). Meer in het bijzonder nooit de boiler opzetten zonder dat hij gevuld is met water en geval van het risico op vorst de boiler leegmaken volgens de aanwijzingen van de fabrikant en die zoals vermeld in het hoofdstuk WATERCIRCUIT.
Voor meer informatie over de werking adviseren wij u om de handleiding van de leverancier te raadplegen, die bij elke caravan wordt geleverd. In principe is de werking van de verwarming altijd en zonder enige beperking mogelijk, met of zonder water.
Gelieve te noteren dat uw caravan is uitgerust met een sonde voor de omgevingstemperatuur: a or e = hendelstand “gesloten” b or f = hendelstand “aftappen”
[Afbeeldingen van knoppen en panelen.]
De boilers op gas Inbedrijfstelling Verwijder zuigdeksel, indien aanwezig. Open de gasfles en de snelsluitende afsluitklep in de gastoevoerleiding. Schakel de boiler in met de schakelaar op het bedieningspaneel (b).
Als de gastoevoerleiding gevuld is met lucht, kan het tot een minuut duren voor er gas beschikbaar is voor verbranding. a = storing b = aan, 50 of 70 °C c = uit
Indien het apparaat gedurende deze tijd overschakelt naar de «storing»-modus, moet u opnieuw opstarten door middel van een stop – 5 minuten wachten – gevolgd door een herstart.
Stop De boiler stoppen via het bedieningspaneel (c). Plaats het zuigdeksel, indien aanwezig. Spoel de boiler in geval van gevaar van vorst. Sluit de snelsluitende afsluitklep in de gastoevoerleiding en de gasfles indien de boiler langdurig niet gebruikt wordt.
De rode LED (a) licht op in geval van storing. Raadpleeg de handleiding van het apparaat en raadpleeg eventueel een professional.
10) GEBRUIK VAN DE ELEMENTEN
VOORPORTIER Uw caravan kan, afhankelijk van het model, uitgerust zijn met een andere deur, namelijk een «boerderijdeur» met 2 klinken of een deur uit één stuk met 1 klink. Het vergrendelingsprincipe is hetzelfde, ongeacht het slot.
Werking: De schakelaar instellen op: Het controle-lampje toont aan dat het toestel in werking is. De temperatuur van het water kan niet vooraf worden geprogrammeerd, automatische beperking van de temperatuur bij ongeveer 70 °C. De elektrische verwarmingsstaf is met een overtemperatuur-zekering uitgerust. Als er geen water in het apparaat zit, schakelt de temperatuurbeveiliging bij 90°C uit. Voor het opnieuw inschakelen moet het apparaat tot onder 24°C afkoelen en „Uit”- en daarna weer „ln”-geschakeld worden (Reset).
Om de deur (niet vergrendeld) te openen beweegt u de handgreep, afhankelijk van het slot, in de richting van pijl. Advies: Druk tegelijkertijd op de klink om de vrijgave van de grendel van het slot te vergemakkelijken. Binnenzijde: de hendel omhoog vergrendelt de deur op slot, een beweging naar beneden opent de deur.
Voor de «boerderijdeur» met 2 klinken Een vergrendeling zorgt voor een starre verbinding tussen de twee stukken. Het bedienen van deze vergrendeling maakt het mogelijk om:
- de 2 deurtjes te scheiden
- het onderste deurtje te blokkeren in het deurkozijn
Door deze handeling maakt het mogelijk om alleen het bovenste deurtje te openen. Deze vergrendeling kan verschillen afhankelijk van het model slot.
[Afbeeldingen van deuren en sluitingen.]
LUIKEN De afmetingen van de hekjes zijn variabel met 3 soorten sloten.
Type 1: Slot met vergrendeling afzonderlijk van de beweging van de pen a) Plaats de sleutel in het slot, draai voor het ontgrendelen van rechts naar links (tegen de wijzers van de klok in). b) drukken om de pen vrij te geven
Type 2: De ontgrendeling zorgt ervoor dat de grendel uit het slot gaat. Plaats de sleutel en draai hem om het hek te openen. Wij bevelen om op de klink te drukken om te helpen bij het draaien van het slot en de afdichting in te trekken.
Type 3: De pen manoeuvreren door de hendel te draaien a) plaats de sleutel in de vergrendeling om hem naar links te ontgrendelen (tegen de klok in). Opmerking: de hendel zwenkt weg van de deur, u kunt de sleutel verwijderen b) draai de hendel naar links om de pen los te maken c) Om het deurblad te vergrendelen:
- sluit de deur
- draai de hendel naar rechts om de pen te koppelen
- plaats de sleutel en draai deze vervolgens naar rechts
- duw de hendel in de richting van de deur, de hendel moet aangedrukt blijven. De deur is vergrendeld, u kunt de sleutel verwijderen
LICHTEN EN OPENINGEN Tijdens elke verplaatsing moeten de opengaande delen, openingen en dakluiken van de caravan gesloten en VERGRENDELD zijn, net als de deur en de serviceluiken.
DAKLUIKEN Controleer voor elk manoeuvre alle beveiligingselementen anti-opening. Sommige elementen, meer bepaald de dakramen, vereisen de installatie van een anti-openingssysteem bij het transport op een vrachtwagen.
Lichtkoepel (behalve panoramakoepel) Om een lichtkoepel te openen, hard duwen op de sluitveer van de vergrendeling en vervolgens de kap optillen. De lichtkoepels zijn voorzien van een permanente ventilatieopening, deze niet afsluiten (condensvorming).
Panoramakoepel Om een panoramakoepel te openen moeten allereerst de grendels in de openingsstand worden gekanteld, daarna kan de kap pas worden geopend met behulp van de handgreep.
De ramen sluiten Afhankelijk van de ramen die in uw caravan zitten kunt u met verschillende sluitingen enerzijds een ventilatiestand verkrijgen (te gebruiken tegen condensvorming) en anderzijds de ramen sluiten en afgrendelen. Naar gelang de modellen:
- een eenvoudige draai van de vergrendelingsgreep
- een ontgrendeling en vervolgens een draaiing van de vergrendelingsgreep
Controleer bij het sluiten of alle vergrendelingen in de open stand staan. Draai ze dan naar de gesloten stand. Als deze instructie niet wordt nageleefd, komt het raam onder spanning te staan. Hierdoor kan met name in een koude periode scheuring optreden.
[Afbeeldingen van ramen en sluitingen.]
MEUBELEN/ SLAAPPLAATSEN De kastdeuren sluiten Afhankelijk van het model van uw caravan kunnen de deuren van kasten, linnenkasten, hangkasten en laden zijn uitgerust met een gesloten sluitsysteem genaamd «Push-lock». Bij grote deuren kan dit systeem in combinatie met een spanjolet worden gebruikt (aan de bovenzijde en de onderzijde). Om een deur te openen met een «Push-lock» grendel: druk op het centrale deel van de vergrendeling en laat weer los, de knop komt vrij; de deur is open. Om de deur te sluiten: druk op het centrale deel van de vergrendeling, de knop blijft ingedrukt; de deur is gesloten.
Om de deuren van kasten, de lichtkoepels en de ramen te openen of te sluiten geen kracht gebruiken, controleer of er geen vergrendeling vergeten is of dat er geen voorwerp in de weg zit dat het sluiten of openen belemmert. Dit zou schade kunnen veroorzaken.
Stapelbedden Wanneer de bovenste bedden door kinderen gebruikt worden, wees dan alert op het risico van vallen, met name bij kinderen onder de 3 jaar.
11) ONDERHOUD
BINNEN De meubels: Het meubilair en de wanden van uw caravan zijn van gevernist hout of van gefineerde panelen. U kunt stof afnemen met een vochtige spons. Schoonmaakproducten zijn verboden, evenals producten met oplosmiddelen (met name sommige types was). De rails kunnen alleen worden gesmeerd met producten op basis van silicone.
Vloerbedekking: Gewone producten voor in huis kunnen worden gebruikt. Schoonmaken met veel water is verboden. Zorg ervoor dat de onderkanten van meubels niet vochtig worden, ze zouden kunnen beschadigen omdat ze vocht absorberen.
Hoezen en gordijnen: Nadat de hoezen van de kussens en de gordijnen van de rails zijn gehaald, moeten ze chemisch worden gereinigd. Als er roedes in de vitrage zitten, deze er eerst uithalen.
Horren en rolgordijnen: U kunt stof afnemen met een vochtige spons. Schoonmaakproducten zijn verboden, evenals producten met oplosmiddelen. Het verdient aanbeveling de rolzonneschermen en -muggenhorren van de ramen en van het dakvenster tijdens de winterperiode of langdurig niet gebruiken opgerold te laten om het risico van vervorming van het gaas of uitrekken van de veer te voorkomen. De horren van de lichtkoepels kunnen worden gedemonteerd door de schroeven van de lijst los te draaien, haal deze weg en verwijder vervolgens de hor.
Toiletmeubels: het onderhoud dient te gebeuren met zeepwater zonder oplosmiddelen, chloor- of alcoholhoudende middelen. Zorg dat u geen oplosmiddelen of alcohol bevattende cosmeticaproducten omstoot (Remover, Parfum, Zonnebrandcrème…).
BUITEN / LUIKEN Het plaatwerk: De carrosserie van uw caravan is van gelakt aluminium en/of polyester. Evenmin als voor de carrosserie van auto’s dienen absoluut geen schuurmiddelen of chemisch agressieve schoonmaakmiddelen (poeder, oplosmiddelen…) te worden gebruikt. Het gebruik van een hogedrukreiniger is ten strengste verboden Schoonmaken geschiedt met water en zeep, waarna u alles met veel water zorgvuldig dient af te nemen. Om corrosieproblemen te voorkomen is het aangeraden uw caravan regelmatig een wasbeurt te geven. Bij gebruik of opslag in een agressieve omgeving; aan zee, wintersportcaravaning, rijden op met pekel of hierop lijkende producten behandelde wegen, onder bomen, in de buurt van een stortplaats van giftig industrieel afval, landbouwafval of andere. U dient uw caravan zeer regelmatig schoon te maken (bij voorkeur iedere veertien dagen) Controleer tijdens het reinigen of er geen oxidatie aanwezig is op de carrosserie of het chassis, indien dit wel het geval is, neem dan contact op met uw dealer. Zie hoofdstuk OVERWINTEREN. De afdichtingen en eventueel de reparaties ervan moeten regelmatig worden gecontroleerd, ten minste eenmaal per jaar. Wanneer de onderhoudsinstructies niet in acht genomen worden, is de garantie niet meer geldig
De vloer: De onderkant van uw vloer is gemaakt van een polyesterlaag. Het vereist geen onderhoud.
Het chassis: Het chassis is verzinkt, wat een permanente bescherming biedt. Als er roestplekjes zichtbaar worden, schuur deze dan tot op het metaal en breng koude galvanisatie aan. Vuile delen, met name de spatborden, moeten regelmatig met een waterstraal worden gereinigd. Het is niet toegestaan wijzigingen (boren, lassen,…) aan te brengen aan de elementen van het chassis en de koppelingskop
De ramen: De ramen zijn vervaardigd van een materiaal genaamd METHACRYLAAT. Dit materiaal mag alleen met water en zwarte zeep worden gereinigd. Schoonmaakproducten, inclusief producten voor het reinigen van ramen, mogen absoluut niet worden gebruikt, ze zouden schade kunnen veroorzaken. Wij raden aan een doekje met silicone over de overspanning van de rubberen afdichting te wrijven om vastplakken te voorkomen, ten minste een maal per jaar.
AFDICHTING VAN DE CARAVAN Uw caravan bestaat uit diverse materialen, waaronder aluminium, hout, staal, polyester, plastic, enz. en door de aard van deze materialen worden de verbindingen, aansluitingen en bevestigingsmiddelen onderworpen aan zeer verschillende belastingen, zowel mechanisch als thermisch. Het is om die reden noodzakelijk de aansluitingen en verbindingspunten zeer aandachtig en regelmatig na te kijken en te controleren of de elementen en voegen niet beschadigd zijn. Het is verder noodzakelijk bedacht te zijn op slijtage die de waterdichtheid van de caravan zou kunnen aantasten. Verder moet de waterdichtheid onmiddellijk hersteld worden (Kleefband, afdichtkit van polyurethaan, producten op basis van silicone vermijden) en dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met uw dealer of een erkende dealer van het merk. De levensduur van uw caravan hangt af van uw toezicht en de kwaliteit van het onderhoud. Indien er geen toezicht en onderhoud zijn, met name de jaarlijkse onderhoudsbeurten, is de garantie op de waterdichtheid niet meer geldig en kunnen hoge herstellingskosten aan de orde van de dag zijn.
DE REMMEN We raden u aan het onderhoud (afregeling, smeren) van het remsysteem te laten doen door uw verdeler/ verkoper. Dankzij de vakkennis en de professionaliteit van uw verdeler/ verkoper kunt u uw caravan in alle veiligheid gebruiken. In geval van een defect of een abnormale werking van het remsysteem moet, voor uw eigen veiligheid, de caravan tot stilstand worden gebracht.
Optioneel kan uw caravan worden uitgerust met het ATC-systeem van ALKO. Dit is een veiligheidscomponent en alle interventies van welke aard die ook zijn, moeten worden uitgevoerd door een professional die door AL-KO is erkend.
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen.
Bij het vervangen van de zekering moet u deze vervangen door een zekering die identiek is aan diegene die door de fabrikant is voorzien.
[Table with constatering, mogelijke oorzaken, oplossingen for remproblemen.]
12) SERVICE
ONDERDELEN, ACCESSOIRES Uw dealer evenals alle dealers van ons merk kunnen u adviseren en u de onderdelen voor uw caravan verkopen evenals accessoires om de caravan mooier of comfortabeler te maken.
IN GEVAL VAN TWIJFEL OF VRAGEN ZONDER ANTWOORD IN DE MEEGELEVERDE DOCUMENTATIE, MOET U ALTIJD UW DEALER RAADPLEGEN.
IDENTIFICATIE VAN DE CARAVAN Uw caravan heeft een identificatienummer van 17 tekens. Dit geeft het merk, het model, het bouwjaar en het nummer van uw caravan aan. U heeft dit volledige nummer nodig voor alle correspondentie met uw dealer. Dit nummer is geslagen in de rechter langsligger van uw caravan. Het wordt ook genoemd op de plaat van de constructeur die is bevestigd op de rechter langsligger van uw caravan. Op deze plaat staat bovendien: het totaal toegestaan geladen gewicht, de toelaatbare belading van de as, de belastbaarheid van de koppeling.
[Afbeelding van identificatieplaat.]
BELANGRIJKSTE AFMETINGEN NL: Het kan zijn dat bepaalde modellen specifiek voor bepaalde landen gelden en daardoor niet verkrijgbaar zijn
[Table with modellen, lengte, breedte, hoogte, etc. for ALBA and other lines.]
Collection 2024 (09/2023) TRIGANO VDL – 1 avenue de Rochebonne – CS 69003 – 07302 TOURNON Cedex Tél. : 04 75 07 55 00 – Fax : 04 75 07 55 58 SAS au capital de 7 000 000 E – TVA FR 26 458 502 838 – 458 502 838 RCS Paris – NAF 342 B Siège social : 100 rue Petit – 75019 PARIS
Avec Ecofolio tous les papiers se recyclent
NL) De technische informatie en de onderhoudsadviezen in dit document waren juist op het moment dat ze werden gedrukt. Onze firma wil echter graag haar producten verbeteren en behoudt zich dus het recht voor om op ieder willekeurig moment en zonder voorafgaande kennisgeving de eigenschappen, het ontwerp en de apparatuur te wijzigen zonder dat hieraan verplichtingen zijn verbonden. Vergissingen of weglatingen voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. HET IS VERBODEN OM DIT BOEKJE VOLLEDIG OF ZELFS GEDEELTELIJK TE REPRODUCEREN OF TE VERTALEN ZONDER SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN DE ONDERNEMING TRIGANO VDL. In geval van een versie in meerdere talen, is het de Franse tekst die doorslaggevend is.
